waarneming

Opgraving Sint-Andreasinstituut

archeologisch element
ID
992249
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/992249

Beschrijving

Algemeen

Naar aanleiding van de bouw van nieuw lyceum en aanhorigheden werd een bureauonderzoek en een prospectie met ingreep in de bodem uitgevoerd. Hieruit bleek een hoog archeologisch potentieel binnen het plangebied en werd er een zone afgebakend voor verder archeologisch onderzoek in de vorm van een vlakdekkende opgraving en werfbegeleiding. Deze zone besloeg een oppervlakte van 850m2. De oudste sporen zijn te dateren in de Ijzertijd of vroege middeleeuwen. Het betreft enkele paalkuilen van een gebouwplattegrond. Verder werden enkele greppels aangetroffen die in de overgang van de volle naar de late middeleeuwen te dateren zijn. Uit de late middeleeuwen zijn verschillende extractie- en/of afvalkuilen opgegraven. Uit de periode 15de – 16de eeuw werden verschillende funderingen, beerputten en afvalkuilen gevonden. Ook uit de 17de – 18de eeuw en de 19de eeuw werden enkele achtererfcontexten opgegraven in de vorm van afvalkuilen, beerputten en waterputten.

IJzertijd of vroege middeleeuwen

De oudste sporen binnen het plangebied betreffen paalsporen, negatieven van een houten gebouw. Wegens de fragmentarische bewaring was het niet mogelijk om een plattegrond te reconstrueren, maar de sporen maakten mogelijk deel uit van een gebouwplattegrond met een N-Z oriëntatie en een minimale lengte van 11m en een breedte van 5m. De absolute datering op het houtskool uit de paalkernen geeft een sterke spreiding qua datering, zowel een datering in de IJzertijd als in de vroege middeleeuwen.

Uit de vulling van drie paalkuilen werd organisch materiaal (2 verkoolde graankorrels en een houtskoolfragment) gedateerd door middel van 14C-datering. Voor paalkuil S82 kan met een zekerheid van 94,6% een datering tussen 537 en 644 na Chr. vooropgesteld worden. Voor S121 is dit met een zekerheid van 74,6% een datering tussen 668 en 778 na Chr.. Voor S122 werd een oudere datering bekomen namelijk voor 63,1% tussen 317 - 203 voor Chr..

Volle middeleeuwen

Een tweede tijdsperiode met archeologische resten binnen het plangebied situeert zich op het einde van de volle middeleeuwen, mogelijk al in de 13de eeuw. Het plangebied ligt op dat moment zoals reeds vermeld nog buiten de tweede stadsomwalling. Vermoedelijk heeft het nog een ruraal karakter? Enkel twee greppels en een kuil kunnen in deze periode gedateerd worden.

Late middeleeuwen

In de late 13de-vroege 14de eeuw stond, net ten noorden van het plangebied, een publieke instelling, het O.L.V. Nazarethpassantenhuis. Aanvankelijk dienen deze huizen om onvermogende reizigers, pelgrims en, later meer algemeen, daklozen één nacht op te vangen en van een maaltijd te voorzien.

Uit de laatmiddeleeuwse periode werden ophogingslagen, afval- of extractiekuilen, een paalkuil, een baksteenfundering, een beerput en beerputvulling aangetroffen. Verschillende kuilen tekenen zich af in de onaangeroerde grond waarvan sommige als typische winningskuilen bestempeld kunnen worden. Enkele kuilen van deze kuilen werden nadien opgevuld met huishoudelijk afval. Het gaat hier in eerste instantie om grijs aardewerk met een kleiner aandeel rood aardewerk, hoogversierd aardewerk en protosteengoed. In één afvalkuil werd een grote hoeveelheid aardewerk gevonden maar ook dierlijk bot. Binnen het dierlijk bot kunnen we opmaken dat het rund de grootste groep is gevolgd door schaap/geit. Echter zeefstalen uit deze kuil wijzen op een vrij groot aandeel aan visbot.

Nieuwe tijd

In het woelige laatste kwart van de 16de eeuw moet de Magdalenaleprozerie, die minstens sinds de 13de eeuw ongeveer ter hoogte van het huidige Sint-Lodewijkscollege (Sint-Andries) is gelegen, omwille van strategische redenen volledig gesloopt worden. De gemeenschap van gegoede ‘leprozen’ vindt echter in datzelfde jaar, 1578, een onderkomen in een deel van het Nazarethpassantenhuis.

Voornamelijk uit de 16de eeuw dateert een reeks sporen waaronder: bakstenen funderingsresten, een riool, een mogelijk pad, beerputten, een bakje opgebouwd uit stukken baksteen, een laag en een kuil.

Een 5-tal beerputten werd opgegraven, 2 ronde, 2 rechthoekige en 1 vierkant opvangbakje. Macrobotanisch onderzoek werd uitgevoerd op 2 beerputvullingen namelijk S178 (beerput S144) en S183 (beerput S147). Vulling S183 bevatte resten van zemelen wat wijst in de richting van het gebruik/consumptie van volkorenmeel (brood, pap, ...). Rogge werd geteeld op zandgronden en werd vaak genuttigd, in de vorm van roggebrood, door een lagere sociale klasse. Kruiden en specerijen worden in deze beerput gerepresenteerd door hop, koriander, paradijskorrel, selderij, slaapbol en venkel. Ook resten van fruit zijn overvloedig aanwezig. Naast de beerputten werd nog enkele grotere afval-winningskuilen opgegraven waarin eveneens huishoudelijk afval werd gevonden.

Op een kaart van Pressiaens (1671) toont ter hoogte van het opgravingsgebied een zevental panden. Het is van deze woningen dat er achtererfstructuren aangetroffen werden in de vorm van een waterput en een afvalkuil. Onderzoek op de macroresten van beerput S179 (vulling S180) werd uitgevoerd en leverde een zelfde beeld op als de voorgaande eeuwen.

Nieuwste tijd

Op het einde van de eeuw, in 1797, komt het correctiehuis onder (Frans) staatsgezag, terwijl het Nazarethpassantenhuis en het Magdalenahospice worden opgeheven.

Auteurs: Cornelissen, Yasmine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Beerputten 15de-16de eeuw

Datering: 15de eeuw, 16de eeuw
Typologie: beerputten
Gebeurtenis:

Paalkuilen (ijzertijd of vroege middeleeuwen)

Datering: ijzertijd, vroege middeleeuwen
Typologie: paalkuilen
Gebeurtenis:

Sporen 13de eeuw

Datering: 13de eeuw
Typologie: greppels, kuilen
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Sporen 15de - 16de eeuw

Datering: 15de eeuw, 16de eeuw
Typologie: afvalkuilen, beerputten, fundering, indicaties voor houtbouw, kuilen, leprozerieën
Materiaal: zaden en vruchten
Gebeurtenis:

Sporen 18de -19de eeuw

Datering: 17de eeuw, 18de eeuw, 19de eeuw
Typologie: afvalkuilen, waterputten
Gebeurtenis:

Sporen late 13de - 14de eeuw

Datering: 14de eeuw, tweede helft 13de eeuw
Typologie: fundering, kuilen, passantenhuizen
Materiaal: bot (dierlijk), grijs aardewerk, protosteengoed
Gebeurtenis:

Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Opgraving Sint-Andreasinstituut [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/992249 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.