Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn in totaal 80 sporen geregistreerd; uit de ijzertijd, vermoedelijk de midden-ijzertijd en de late middeleeuwen tot nieuwe tijd. Daarvan zijn er 13 natuurlijke horizonten, 11 akkerlagen, 3 natuurlijke sporen en 3 ploegsporen. Van de 54 overige sporen zijn er 21 als kuil (of dieper spitspoor) geïnterpreteerd, 9 als paalkuil en 19 als spitspoor, spitstrook of verspitte zone. Twee structuren wijzen op de aanwezigheid van een erf in de ijzertijd, vermoedelijk uit de Midden ijzertijd en een erf uit de periode late middeleeuwen tot nieuwe tijd.
Auteurs: Cornelissen, Yasmine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Tijdens het proefsleuvenonderzoek werd een laat-middeleeuwse tot nieuwe tijd structuur aangetroffen. Hoewel in de coupe geen standplaats van een paal kan worden herkend, doet de regelmatige inplanting van de kuilen vermoeden dat het om ondiepe paalkuilen gaat.
Beschrijving:
Het proefsleuvenonderzoek trof een structuur uit de Midden-Ijzertijd aan, datering gebaseerd op aardewerk. Vijf ondiep bewaarde paalkuilen behoren tot een structuur met minstens 6 palen (structuur 1). Eén van de paalkuilen bleef niet bewaard en werd mogelijk verstoord door een greppel. Het rechthoekige gebouw heeft een minimale lengte van 3,8 m en een breedte van 2,9 m, gemeten vanaf het midden van de uiterste paalkuilen. Het kan gaan om een 6-palig bijgebouw, maar het is niet uitgesloten dat de constructie verder loopt buiten de grenzen van de werkput.