Kolderstraat
archeologisch element- ID
- 992285
- URI
- https://id.erfgoed.net/waarnemingen/992285
Beschrijving
Omwille van de intense bioturbatie en verweerd karakter van het sedimentpakket onder de ploeglaag (Bg-horizont) werd het aanlegvlak ter controle laagsgewijs verdiept. Hierbij werden 99 artefacten als losse vondst ingezameld. Een opvallend ensemble betreft 52 fragmenten (473 g) van handgevormd aardewerk met grove kwartsverschraling uit de midden-bronstijd. Verder werden tijdens het proefsleuvenonderzoek 45 vuurstenen artefacten ingezameld uit de periode vanaf het laat-neolithicum tot en met de vroege/midden-bronstijd.
Ondanks het sterk gebioturbeerd en verweerd karakter van het sedimentpakket (Bg-horizont) ter hoogte van het archeologisch relevant niveau konden 23 bodemsporen worden opgemerkt. Hiervan is één spoor van natuurlijke aard. Het bestand van archeologisch relevante bodemsporen omvat hoofdzakelijk kuilen met een wisselende omvang en bewaringsgraad. Er werden tijdens de prospectie geen bodemsporen (zoals paalsporen) aangetroffen die zijn gelinkt aan grotere structuren, zoals gebouwplattegronden. Binnen de contouren van het projectgebied werd een vindplaats uit de periode laat neolithicum/(midden-)bronstijd aangetroffen, gekenmerkt door clusters van (houtskoolrijke) kuilen en een strooiing van losse vondsten in de ploeglaag (Ap-horizont) en de volledige dikte van de onderliggende (gebioturbeerde) Bg-horizont. Opmerkelijk is de vondst van een kraal in turquoisekleurig glas/glaspasta uit de vulling van een kuil met handgevormd aardewerk uit de midden-bronstijd. Naast kuilen werden ook enkele segmenten van greppels aangesneden, vermoedelijk te dateren in de 19de eeuw.
Auteurs: Cornelissen, Yasmine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Geweerkeien
Datering: nieuwe tijdContext: wapens en munitie
Gebeurtenis:
Beschrijving:
Tijdens een extensieve veldkartering werden twee geweerkeien in vuursteen (Nieuwe Tijd) opgemerkt en ingezameld
Kuilen
Datering: middenbronstijdContext: kuilen
Materiaal: aardewerk, houtskool
Gebeurtenis:
Beschrijving:
Het bestand van archeologisch relevante bodemsporen;, aangetroffen tijdens het preofsleuvenonderzoek, omvat hoofdzakelijk kuilen met een wisselende omvang en bewaringsgraad. De meeste kuilen worden gekenmerkt door een houtskoolrijke vulling, soms met weinig resten van in situverbranding in de vorm van rozerode brandvlekken langs de kuilranden. Ondanks de talrijk geplaatste coupes valt het volledig ontbreken van vondstmateriaal in de vullingen van deze (houtskoolrijke) kuilen op. Eén kuil met een omvang van 1,18 m2 in het grondvlak wijkt af van de rest van het sporenbestand omwille van de vondstrijke vulling met een gevlekte bruingrijze kleur. In eerste instantie werd een coupe geplaatst, waarbij een gebioturbeerde, komvormige uitgraving tot een max. diepte van 25 cm aan het licht kwam. Aangezien het de enige vondsthoudende spoorvulling van het vooronderzoek betrof, werd de volledige kuil opgegraven. Dit leverde 18 wandfragmenten op van handgevormd aardewerk met grove (melk)kwartsverschraling uit de midden-bronstijd en fragmenten van een zandstenen maalsteen. Het meest opmerkelijke artefact uit de kuilvulling betreft een (zeer) kleine kraal in turquoisekleurig glas/glaspasta
Perceelgreppels
Datering: 19de eeuw, nieuwste tijdContext: perceelsgreppels
Gebeurtenis:
Beschrijving:
Naast kuilen werden ook enkele segmenten van greppels aangesneden. De vullingen van deze sporen vertoonden een homogene (licht)bruine vulling van lemig zand. Er werd geen vondstmateriaal aangetroffen in associatie met de greppelvullingen, maar een projectie van het overzichtsplan op historisch kaartenmateriaal uit de 19de eeuw toont aan dat het voor wat betreft twee segmenten alvast gaat om relicten van (inmiddels verdwenen) perceelsgrenzen
Vuursteen werktuigen
Datering: laatneolithicum, middenbronstijd, vroege bronstijdContext: werktuigen
Materiaal: vuursteen
Gebeurtenis:
Beschrijving:
Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden 45 vuurstenen artefacten opgemerkt en ingezameld, met een totaal gewicht van 600,5 g. Op een enkel stuk na (een kling met regelmatige afslagstijl in Obourg-vuursteen) gaat het steevast om lithisch materiaal uit de periode vanaf het laat-neolithicum tot en met de vroege/midden-bronstijd. Tot de meest diagnostische vuurstenen artefacten behoren een halffabrikaat van een gepolijste bijl of gefaconneerde bijl, een bifaciaal (kern)werktuig, een grote afslagschrabber en een fragment van een kling met twee geretoucheerde/gekerfde boorden.