Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden 11 relevante archeologische sporen aangetroffen. De sporen kunnen onderverdeeld worden in twee categorieën, meer bepaald paalkuilen en grachten/greppels. Op basis van de eerdere onderzoeken behoren ze toe aan minstens twee periodes, namelijk de ijzertijd en volle middeleeuwen. Het gaat om minstens twee spiekers gesitueerd in het noordelijke en zuidwestelijke deel.
Auteurs: Cornelissen, Yasmine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)