De datering van het sporenbestand is onduidelijk. Op basis van het kaartmateriaal lijkt het aannemelijk dat de grachten en greppels vanaf de 18de-19de eeuw kunnen gesitueerd worden. De aangesneden grachten verlopen immers allemaal parallel aan de percelering die vanaf de 19de-eeuwse kaarten tot voor kort dominant was in het gebied. De kans dat ze samengaan met de landindeling die nog op de Ferrariskaart aanwezig is, is minder overtuigend, maar niet geheel onmogelijk. De kuilen in het noordelijk deel van het plangebied bevinden zich enkel in proefsleuf en zijn duidelijk recent van oorsprong. Dit kon opgemaakt worden uit de inclusies van recent puin en vlakglas. Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden geen vondsten aangetroffen.