is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 17187
Deze aanduiding is geldig sinds
In totaal werden 30 sporen geregistreerd, waarvan 16 kuilen, drie paalsporen, vier greppels en een waterkuil. De overige sporen zijn verstoringen. Het grootste deel van de sporen bestaat uit kuilen. Deze kunnen in twee groepen ingedeeld worden. De eerste reeks heeft een bruingrijze vulling en is op basis van devulling en aflijning te plaatsen in de late middeleeuwen of de nieuwe tijd. Enkele kuilen zijn recenter. Dit is duidelijk op basis van de vulling die minder uitgeloogd is en de inclusies in de vulling. De donkere grijsbruine tot donkere grijszwarte kuilen hebben een puinrijke vulling.
Paalsporen werden vastgesteld in werkputten 2 en 3. Het gaat om eerder kleine vierkante tot rechthoekige bruingrijze tot donkere grijsbruine paalsporen met een diameter tussen ca. 30 en 50 cm. Twee ervan bevinden zich ter hoogte van het aangelegde kijkvenster. Wellicht zijn het restanten van afsluitingen. De scherpe aflijning doet een datering in de late middeleeuwen of nieuwe tijd vermoeden.
Drie sporen maken deel uit van een noordwest-zuidoost georiënteerde greppel. De greppel met bruingrijze vulling heeft een breedte van ca. 1,80 m. Het verloop kon gevolgd worden over een lengte van 36,8 m. De greppel ligt parallel aan de Kamerstraat. Het spoor wordt geïnterpreteerd als een perceelsgreppel. Omwille van de aflijning en de oriëntatie plaatsen we het spoor in de late middeleeuwen of nieuwe tijd.
In het zuidwesten van het onderzoeksgebied werd een vrij groot, ovaal spoor vastgesteld dat geïnterpreteerd wordt als een waterkuil of drenkkuil. Het spoor heeft een bruingrijze gevlekte eerder losse vulling en een maximale diameter van ca. 3,15 m. Om de diepte en opbouw te kennen, werd er
centraal een boring (gutsboor ø 3 cm) in uitgevoerd. Daaruit blijkt dat het spoor nog 138 cm diep bewaard is. Er werden geen gebruikslagen in vastgesteld, enkel een los dempingspakket. Vondsten werden niet aangetroffen, waardoor de datering niet duidelijk is. Op basis van de aflijning en vulling van het spoor is het eerder te plaatsen in de late middeleeuwen of de nieuwe tijd.
In het zuidoosten en het noordwesten van het terrein werden enkele verstoringen vastgesteld. Ze kunnen in verband gebracht worden met het recente gebruik van het terrein. Ook de aanwezige kelders en een zwembad hebben het bodemarchief verstoord, net als de funderingsmuren van de gesloopte bebouwing.
Auteurs: Cornelissen, Yasmine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)