waarneming

Opgraving Diesterstraat 68

archeologisch element
ID
992336
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/992336

Beschrijving

Algemeen

Het projectgebied nam een oppervlakte in van 761 m2 en was voor de aanvang van het onderzoek grotendeels bebouwd. Ten oosten van het perceel was het Clarissenklooster gelegen, dat in oorsprong al terug gaat tot de tweede helft van de 16de eeuw. In het noorden grenst het onderzoeksgebied aan de Diesterstraat, een van de oudste straten van de stad. Aan de overkant van de straat is de 11de-eeuwse Sint-Gangulfuskerk gelegen. De Cicindriabeek bevindt zich op een 250m ten oosten van het onderzoeksgebied. De middeleeuwse omwalling bevond zich op slechts een paar tientallen meter ten oosten van het onderzoeksgebied.

Volle middeleeuwen

De oudste sporen die op de site werden aangetroffen, zijn volmiddeleeuws. Verspreid over het volledige onderzoeksgebied werden sporen aangetroffen met een lichtgekleurde vulling, gaande van een sterk lemige vulling met bruingrijze vlekken, tot een lichtgrijs gekleurde vulling. Ze werden telkens doorsneden door andere sporen, die dan veel donkerder gekleurd waren, maar doorsneden er zelf geen. Wanneer er dateerbare vondsten in deze contexten werden aangetroffen, waren deze zonder uitzondering te dateren in de (tweede helft van de) 11de eeuw, mogelijk nog tot het prille begin van de 12de eeuw.

De aangetroffen sporen uit deze periode bestonden uit kuilen en paalkuilen. Omwille van de vele recentere vergravingen vielen in de paalkuilen echter geen plattegronden meer te herkennen. Het is zelfs niet duidelijk hoe de houten constructies precies georiënteerd waren. Het meest logische lijkt uiteraard dat ze haaks op de Diesterstraat georiënteerd zouden zijn.

In de tweede helft van de 11de eeuw werd onder abt Adelardus II de kerk van Sint-Gangulfus gebouwd - of verbouwd - dat is niet helemaal duidelijk in de abdijkroniek. Deze kerk bevindt zich vlak ten noorden van het onderzoeksgebied, aan de overkant van de Diesterstraat. Nog in de tweede helft van de 11de eeuw kreeg Sint-Truiden zijn eerste omwalling, die maar op een paar tientallen meter ten westen van het onderzoeksgebied heeft
gelegen. De 11de eeuw is ook de eeuw waarin volgens de kroniek erg veel pelgrims Sint-Truiden bezochten om er de prachtige abdijkerk te aanschouwen. De abdij en de stad kenden een ongeziene bloei. Het lijkt dus geen toeval te zijn dat net in deze periode ook sprake is van de eerste activiteit in het onderzoeksgebied. Met het groeiende aantal inwoners en de vele pelgrims breidde de nederzetting rond de abdij immers almaar uit.

In de 12de eeuw horen zeker twee paalkuilen thuis, die echter te ver van elkaar gelegen zijn om deel te kunnen uitmaken van dezelfde constructie. Uit dezelfde eeuw dateren ook een oven, een (beer)put en enkele kuilen, soms opgevuld met brokken Lincentsteen of brokken verbrande leem. Deze laatste hebben vermoedelijk eerst deel uitgemaakt van de ovenkoepel, die werd uitgebroken nadat de oven enkele keren gebruikt was. In een
cluster van enkele 12de-eeuwse kuilen in het zuidwesten van het onderzoeksgebied werden bolle reducerend gebakken dakpannen aangetroffen. Het is niet duidelijk of deze dakbedekking afkomstig is van constructies binnen het onderzoeksgebied zelf, of van ergens uit de buurt. Een andere optie is dat er in de oven dakpannen werden gebakken, maar de vorm van de oven lijkt daar niet voor geschikt.

Late middeleeuwen

In de late middeleeuwen lijkt er eerst nog sprake te zijn van enige activiteit binnen het onderzoeksgebied. De oven is nu opgegeven en afgebroken, maar haaks op de oriëntatie van de oven werd een groot langwerpig spoor uitgegraven. Op basis van de sleutelgatvorm en de grootte van het spoor werd eerst aan een jongere oven gedacht, maar een stookkuil of ovenbodem bleken bij het onderzoeken van dit spoor niet aanwezig. Wel werd veel keukenafval aangetroffen bestaande uit resten van vis, gevogelte en schaap/geit. Op basis van de vondsten is de opvulling van het spoor te dateren in 13de, of nog net het begin van de 14de eeuw.

In het zuiden van het onderzoeksgebied bevatten enkele kuilen ook vondsten die in dezelfde periode te dateren waren. De meest recente opvulling in de (beer)put waarvan hoger sprake, dateerde ook al uit de late middeleeuwen. De put werd bovendien nog eens gedeeltelijk leeggeschept. Er werd een veel kleinere en minder diepe put gegraven (S4). De jongste lagen bevatten materiaal dat in de eerste helft van de 14de eeuw kan gedateerd worden.

In het noorden van het onderzoeksgebied werden tenslotte twee potten in Elmpter waar uit de dezelfde periode aangetroffen, ze werden allebei hergebruikt als oventje. Vanaf de tweede helft van de 14de eeuw lijkt de activiteit in het onderzoeksgebied stil te vallen. Lagen met 14de eeuwse vondsten dekken de oudere sporen af.

Recent DNA-onderzoek van skeletten aangetroffen bij een opgraving van Aron bv op de Groenmarkt toonde aan dat rond het midden van de 14de eeuw de pest uitbrak in Sint-Truiden, net zoals elders in Europa. Meer dan waarschijnlijk stierf dus ook hier een aanzienlijk deel van de inwoners van de stad, net zoals dat in andere steden het geval was. Vermoedelijk is dit de verklaring voor het feit dat er een tijdlang geen activiteit meer was binnen het onderzoeksgebied, dat al wat in de periferie van het eigenlijke stadscentrum gelegen was, vlak bij de stadswallen en de Gangulfuspoort.

Nieuwe tijd

In de tweede helft van de 16de eeuw werd het klooster van het Heilig Graf van Jeruzalem gebouwd vlak ten oosten van het onderzoeksgebied. Een fundering in blokken Lincentsteen die in het oostprofiel te zien is, kan hier mogelijk verband mee houden. Op basis van de stratigrafie is dit alleszins mogelijk, deze blokken liggen op laatmiddeleeuwse lagen. Een laagje met kiezel en brokken Lincentsteen in hetzelfde profiel zou een klein restant kunnen zijn van de steeg die het klooster aan de westkant flankeerde, de Jeruzalemsteeg.

Nieuwste tijd

De rest van de steeg lijkt al eerder te zijn weggegraven, bij het afbreken van de gebouwen die tot de jaren 1930 langs deze steeg gelegen waren, bij het bouwen van de 20ste-eeuwse uitbreiding van het klooster, of bij de afbraak van deze bebouwing kort voor de aanvang van de opgraving
Ook enkele waterputten dateren uit de postmiddeleeuwse periode, al is niet duidelijk wanneer ze precies geslagen zijn. Mogelijk zijn de putten met een bekisting in Lincentsteen ouder dan die met een bekisting in baksteen. Wanneer de putten geprojecteerd worden op het primitief kadaster van rond het midden van de 19de eeuw, liggen er enkele (S270, S57) onder de zones met bebouwing. Ook later stonden daar altijd gebouwen. Enkele van de putten lijken op basis van deze vaststellingen dus zeker ouder te zijn dan het midden van de 19de eeuw. Van de gebouwen op het primitief kadaster werden geen restanten meer aangetroffen.

Bij projectie van de funderingen en putten op orthofoto’s is duidelijk te zien dat S66 en S15 funderingen zijn van structuren die tot voor aanvang van de werkzaamheden op het terrein hebben gestaan. Ook S129 en S114 zijn vermoedelijk recent, gezien ze lijken aan te sluiten bij een van de 20ste-eeuwse gebouwen op het terrein.

Auteurs: De Winter, Natasja
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ARON bvba

Laatmiddeleeuwse sporen

Datering: 13de eeuw, 14de eeuw, late middeleeuwen
Typologie: kuilen
Materiaal: aardewerk, bot (dierlijk), Elmpter aardewerk, grijs aardewerk, Maaslands aardwerk, protosteengoed, rood aardewerk
Gebeurtenis:

Sporen Nieuwe tijd

Datering: 16de eeuw, nieuwe tijd
Typologie: beerputten, funderingslagen, kloosters, verharde wegen, waterputten
Materiaal: geglazuurd aardewerk, keramisch bouwmateriaal, lood, natuursteen, pijpaarde, rood aardewerk
Gebeurtenis:

Volmiddeleeuwse sporen

Datering: 11de eeuw, 12de eeuw, volle middeleeuwen
Typologie: beerputten, kalkovens, kuilen, leemwinning, ovens, paalkuilen
Materiaal: aardewerk, grijs aardewerk, keramisch bouwmateriaal, Maaslands aardwerk, natuursteen
Gebeurtenis:

Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Opgraving Diesterstraat 68 [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/992336 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.