Algemeen
In de sleuven en kijkvensters werden in totaal 67 sporen aangesneden. Hiervan werden er 65 als antropogeen en 2 als natuurlijk gedetermineerd. Onder de natuurlijke sporen zijn 7 windvallen aanwezig. De antropogene sporen omvatten gracht- en greppelsegmenten, kuilen en paalsporen. In de zuidoostelijke hoek van het projectgebied, en centraal ten oosten van de huidige boerderij werden enkele verstoringen aangetroffen. Tijdens het proefsleuvenonderzoek werd voornamelijk aardewerk gerecupereerd.
Metaaltijden
Er werden sporen van één of meerdere rurale occupatiesites uit de metaaltijden, vermoedelijk de late bronstijd of vroege ijzertijd door de aanwezigheid van bepaalde soorten aardewerk, aangetroffen. De aangetroffen bewoningssporen bestaan uit een vermoedelijke perceelsgreppel, kuilen, losse paalsporen, een potentiële waterkuil of waterput en mogelijke (bij)gebouwen.
Nieuwe/nieuwste tijd
Na projectie van de aangetroffen sporen op enkele historische kaarten valt op dat de verschillende gracht- en greppelsegmenten teruggaan op oude afwateringsgrachten, die ondermeer duidelijk zijn weergegeven op de Atlas der Buurtwegen en de Poppkaart.