Tijdens het proefsleuvenonderzoek werd er binnen de noordelijke zone geen enkel spoor geregistreerd, binnen de zuidelijke zone werden
er wel 11 spoornummers uitgedeeld. Bijna alle sporen bevonden zich geconcentreerd rond een zuidwest -noordoost as. In totaal werden er 4 kuilen en 7 lineaire sporen aangetroffen. 2 van deze sporen werden aangeduid als greppels. De overige 5 van deze lineaire sporen bleken echter recente ploegsporen te zijn. De aangetroffen sporen wijzen op een duidelijke occupatie tijdens de volle middeleeuwen. Op basis van het weinige aangetroffen aardewerk kan de sporencluster algemeen in de volle 11de tot 12de eeuw gedateerd worden.
Eén greppel kan geïnterpreteerd worden als perceelsgreppel, wanneer deze op de Atlas der Buurtwegen wordt geprojecteerd ligt hij op een perceelsgrens.
Auteurs: Cornelissen, Yasmine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)