Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden 26 archeologische sporen aangetroffen, die kunnen onderverdeeld worden in minstens drie categorieën, meer bepaald grachten/greppels, paalkuilen en kuilen. Er werden 11 inventarisnummers uitgedeeld aan vondstmateriaal. Het ensemble bestaat uit aardewerk, bouwkeramiek en natuursteen en dateert enerzijds in de Romeinse periode en anderzijds in de nieuwe tot nieuwste tijd.
Het merendeel van de aangetroffen sporen lijkt op basis van de eerste waarnemingen in de Romeinse periode te dateren. Het gaat om grachten/greppels, kuilen en paalkuilen die zich verspreid over het plangebied lijken te bevinden. De sporen kennen algemeen eenzelfde (donker)grijze vulling waarin een beperkte hoeveelheid houtskool en soms een aanzienlijke hoeveelheid aardewerk is opgenomen.
Één gracht is van jongere datum en dateert vermoedelijk uit de postmiddeleeuwse periode.
Auteurs: Lommelen, Lies
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)