De toevalsvondst betrof een plat bakstenen tongewelf met een breedte van 1,2 m, opgebouwd uit een dubbele rij baksteen. Er kon vastgesteld worden dat de gewelfde ruimte minstens drie meter lang was, maar verderop was ze opgebroken. Het gewelf was opgebouwd uit stenen van 18 x 5 x 8cm, en er was gebruik gemaakt van cementmortel. De diepte kon niet bepaald worden, maar gelet op de beperkte breedte zal ook de diepte wellicht beperkt zijn geweest, wat maakt dat een functie als opslagruimte weinig waarschijnlijk is.
In het noordwesten zou zich een grote ronde bakstenen structuur bevonden hebben, wellicht de fundering van een fabrieksschoorsteen. Deze fundering was echter enkele dagen geleden al opgebroken. De gewelfde ruimte sloot aan op deze schoorsteen, en diende mogelijk voor de aanvoer van lucht.
Verder onderzoek toonde aan dat deze fabrieksschoorsteen hoorde bij de metaalfabriek 'La Brugeoise', gebouwd in het begin van de 20ste eeuw. Op luchtfoto's uit de jaren '60 zijn de fabrieksschouw en de aanpalende installaties en werkplaatsen van de metaalfabriek duidelijk te zien op de locatie van de vondst. De contour van de voormalige werkplaatsen is vandaag nog af te lezen in het grondplan van de stelplaats van De Lijn, die gebouwd werd rond 2010 na afbraak van de resterende delen van de oude metaalfabriek.
Auteurs: De Decker, Sam
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)