Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden 15 spoornummers toegekend: 3 aan kuilen, 1 aan een bomkrater en 11 aan grachtsegmenten.

In één kuil en twee grachtsegmenten werden enkele volmiddeleeuwse scherven aangetroffen. Alle aangetroffen sporen clusteren zich in de zuidwestelijke hoek van het terrein. Enkele vondsten wijzen op een datering in de volle middeleeuwen. Mogelijk kan S5 = S9 = S11 = S14 met zijn opvallende buiging beschouwd worden als een afbakeningsgreppel. De aangetroffen kuilen en grachten/greppels kunnen dan geïnterpreteerd worden als de rand van een volmiddeleeuws erf waarvan de kern waarschijnlijk meer naar het zuiden (buiten het projectgebied) te situeren is.