Er werden tijdens het verkennend booronderzoek twee vermoedelijke archeologische sporen waargenomen. Het zwartbruine kluiterige spoor had een bijmenging van steenkool en baksteen en wordt als een recent (postmiddeleeuws) spoor gezien. Een mogelijk tweede spoor bestaat uit een grijs met witgrijs gekleurde laag met een bijmenging van steen en steenkool en wordt daarom ook gezien als een recent of postmiddeleeuws gedateerd. Er werden tijdens het verkennend archeologisch booronderzoek in totaal vijf lithische artefacten aangetroffen. Hiernaast werd er 1 fragment houtskool en aardewerk aangetroffen.

Het waarderend archeologisch booronderzoek vond plaats in twee fasen. er werden 36 lithische artefacten aangetroffen. Er werden ook in meerdere boringen aardewerk en houtskool aangetroffen.

Tijdens het waarderend proefputtenonderzoek in functie van steentijd artefactensites werd duidelijk dat de locaties die als vondstenconcentratie werden aangeduid op basis van de verkennende en waarderende boringen, geen in situ steentijd artefactensites bevatten. Binnen diverse boringen van eerder onderzoek werd een vrij egaal opgevulde postmiddeleeuwse weg en een ophogingspakket foutief geïnterpreteerd als een B-horizont. De
meerderheid van de aangetroffen chips en kleine afslagen moeten dan vermoedelijk ook eerder gezien worden als stukjes afkomstig van kapot gereden kiezels.

Er kwamen gedurende het proefsleuvenonderzoek zeven sporen aan het licht waarvan er vier natuurlijk bleken te zijn bij nader onderzoek. Er waren 3 aardewerkenscherven aangetroffen die als losse vondst werden beschreven. De sporen bestonden uit 2 niet gedateerde kuilen en de eerder besproken post-middeleeuwse weg.