Tijdens het verkennend archeologisch booronderzoek zijn drie vuursteenvondsten opgeboord. Daarnaast zijn aan het maaiveld ook nog eens een tiental vuursteenartefacten opgemerkt en ingezameld. Het is niet mogelijk een specifieke datering voor de vondsten voorop te stellen. Tijdens het waarderend booronderzoek werden vijf artefacten ingezameld. Steeds gaat het om geïsoleerd gelegen, individuele vondsten die slechts ruwweg tussen het finaal paleolithicum/mesolithicum en het begin van de metaaltijden kunnen worden gedateerd. Naast vuursteen is ook aardewerk, een geweerkei en een glaskraal ingezameld. Deze vondsten maken duidelijk dat het terrein ook na de prehistorie nog herhaaldelijk is bezocht.

Er is één grote archeologisch waardevolle zones met een prehistorische aanwezigheid afgebakend binnen het plangebied. De opdrachtgever besliste na afloop van de vooronderzoeken om de afgebakende zone van 2.830 m2 in situ te bewaren.

Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden 48 spoornummers uitgedeeld. In vele gevallen ging het om restanten van greppels, die over de verschillende sleuven heen met elkaar konden verbonden worden. Behalve greppels kwamen er ook nog enkele kuilen en een landbouwsysteem onder de vorm van beddenbouw voor binnen het terrein.