Tijdens het archeologisch onderzoek aan het zuidportaal van de Sint-Jacobskerk te Antwerpen werden in totaal zeven spoornummers uitgeschreven. Het ging om funeraire sporen, naast funderingen, muurwerk, houtresten en een ophogingslaag.
De opgraving leverde slechts twee in situ begravingen op, ter hoogte van een zone waar qua locatie het kerkhof van de Sint-Jacobskerk verwacht kon worden. Historische bronnen over begraving rondom de kerk zijn summier. Op basis van cartografisch materiaal werd echter wel met zekerheid in het midden van de 17de eeuw begraven ten zuiden van de Sint-Jacobskerk. Mogelijk gaat deze fase van begraven terug tot het midden van de 16de eeuw of vroeger. De ouderdom van deze begraving was echter niet te achterhalen. De radiokoolstofdatering op één individu geeft een datering na 1650. Mogelijk waren er ooit meerdere begravingen aanwezig, maar werden deze op één enkele begraving na geruimd. Een ophogingspakket met grote hoeveelheden botmateriaal doet dit vermoeden.
Een knekelput werd aangelegd ten oosten van het zuidportaal van de kerk. Deze was bovenop en tegen de fundering van de kerk uitgegraven. Op basis van het vondstmateriaal uit de bovenste lagen kan deze kuil gedateerd worden in de 18de eeuw. In de knekelput werd een in situ kinderskelet aangetroffen, vermoedelijk begraven in een lijkwade. Daarnaast bevatte deze knekelput, die niet in zijn volledige omvang kon opgegraven worden, de resten van minstens 50 individuen. Deze zijn mogelijk afkomstig van een ruiming binnenin de kerk of van het kerkhof buiten de kerk of van een combinatie van beide. Het botmateriaal uit de knekelput bood reeds een eerste inzicht over de populatie en het ruimtelijk gebruik van het toenmalige kerkhof.
Daar deze opgraving beperkt bleef tot de funderingssleuf van een torenkraan, bleven de ruimtelijke inzichten rond de indeling en spreiding binnen het kerkhof beperkt. Wel kon er aangetoond worden dat ondanks redelijk wat verstoringen en de dichte bebouwing rondom de kerk, er delen van het oorspronkelijk kerkhof bewaard zijn gebleven. Er kan verwacht worden dat buiten deze contouren nog menselijke begravingen of funeraire contexten aangetroffen kunnen worden.
Auteurs: De Herdt, Toon; Hermans, Matthias; Dolman, Nandy
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)