Tijdens het proefputtenonderzoek is in de proefput bij het poortgebouw aangetoond dat deze, als enige nog rechtstaand gebouw op de site, teruggaat tot een oudere bouwfase. De hoekpijlers van het poortgebouw werden zeer diep aangelegd en reiken tot in het onderliggende zandlemige substraat (minstens -2 m-mv). Onmiddellijk ter hoogte van de zuidwestelijke hoekpijler werd een gedeelte van een noordwest verlopende bakstenen muur aangesneden. De structuren worden op basis van het historisch kaartmateriaal in de late 18de of vroege 19de eeuw gedateerd.
Onmiddellijk ten westen van de fundering kon de aanzet tot de walgracht tevens geregistreerd worden.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek kon het verdere verloop van de muur geregistreerd worden en kon tevens inzicht verkregen worden in de breedte en doorsnede van de walgracht.
Bron: PYPE P. & DE HOOGHE G. 2024: Een site met walgracht onder de loep genomen: Bouwhistorisch, landschappelijk en archeologisch onderzoek van een hoevesite langs de Prins Albertlaan 97 te Kachtem (prov. West-Vlaanderen), ABO archeologische rapporten 2176, Gent.
Auteurs: De hooghe, Glenn; Pype, Pedro
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
De breedte van de gracht kon bepaald worden op ca. 10m en vertoonde in profiel een komvormige doorsnede. Hierbij kon ook aangetoond worden dat het recente ophogingspakket onmiddellijk aangebracht worden op de humeuze, organische slibrijke vulling van de gracht en dus de gracht op het tijdstip van demping reeds grotendeels dichtgeslibd was. In het slibrijke pakket werden enkele aardewerkfragmenten aangetroffen die algemeen kunnen gedateerd worden in de 17de of 18de eeuw.
Beschrijving:
De muur had een breedte van anderhalve steen (ca. 30 cm) en is opgebouwd in een oranjerode vormsteen van 20x9-10x5cm gemetseld met een beigewitte kalkmortel. Het westelijk einde van de muur bleek vlak afgewerkt en vertoonde geen aanwijzingen voor een kerend verloop. De muur volgt de oriƫntatie van de walgracht en werd aangelegd ter hoogte van de zuidelijke oever ervan. Zoals reeds aangetoond bij het proefputtenonderzoek sloot de muur aan tegen de fundering van de westelijke zijgevel van het poortgebouw en bleek tevens in verband ingewerkt. Omtrent de precieze functie van de muur, die chronologisch samengaat met de oudste fase van het poortgebouw, is vooralsnog onduidelijk. Ter hoogte van de oostelijke zijgevel werd tijdens het proefputtenonderzoek geen tegenoverliggende muur aangetroffen.