Algemeen

Er werden tijdens het onderzoek 49 archeologische sporen en 5 muurresten aangeduid en beschreven. De archeologische sporen kunnen globaal in volgende categorieën opgedeeld worden: paalkuilen, greppel, uitbraakspoor, puinkuil, waterkuil, antropogene laag en kuilen. Bij de muurresten
betreft het vier muren die opgebouwd zijn uit baksteen en één dat is opgebouwd uit ijzerzandsteen. Het teruggevonden aardewerk is in de volle, late, late/post- en post-middeleeuwen te dateren.

Volle middeleeuwen

Tijdens de Karolingische periode (8ste eeuw) behoorde het grondgebied van Beringen tot de Sint-Pietersabdij van Corbie. De graven van Loon werden als voogd van het gebied aangesteld. Beringen verkreeg stadsrechten in 1261.

Uit onderhavig onderzoek is gebleken dat er zich sporen (en mogelijk ook structuren) bevonden binnen het onderzoeksgebied die teruggaan tot de periode voordat Beringen stadsrechten kreeg. Er werden namelijk sporen teruggevonden die vermoedelijk in de volle middeleeuwen te dateren zijn, meer bepaald ca. 11de-12de eeuw. De aanwezigheid van structuren als dusdanig is echter – gezien het beperkte onderzoeksgebied – niet met zekerheid te zeggen, maar ook niet uit te sluiten. Bij deze periode horen scherven in Maaslands aardewerk en grijs aardewerk.

Bovendien heeft er zich binnen het onderzoeksgebied mogelijk een ambachtelijke of artisanale activiteit plaatsgevonden, getuige de sporen van verbranding in de antropogene laag S32 en de kuil met verbranding in spoor S35/41-42. Op basis van de beperkte oppervlakte is het echter niet duidelijk welke activiteiten er exact hebben plaatsgevonden en op welke schaal. Vermeldingswaardig is zeker ook een waterkuil.

Late middeleeuwen

Een aantal kuilen horen mogelijk in de late middeleeuwen. Hierbij horen grijs en vroeg-rood aardewerk, Elmpterwaar, bijna steengeod en proto-steengoed.

Nieuwe tijd

De overige sporen horen bij de bebouwing uit de nieuwe tijd. Het gaat om muurresten in baksteen en in ijzerzandsteen, kuilen, puinkuilen en een waterput. Het aardewerk dat hierbij hoort is roodbakkend aardewerk, witbakkend aardewerk en Rijnlands steengoed.