Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden in totaal 5 spoornummers uitgeschreven. In totaal werden twee sporen geregistreerd die als gracht/greppel geïnterpreteerd kunnen worden. Vermoedelijk gaat het hier om greppels/grachten die dienst deden als afwateringsystemen in het vochtige gebied van de Mussenbeek. Maar ook een functie als afbakening valt niet weg te denken. Beide sporen vallen niet samen met perceelsafbakeningen of grachtsystemen weergegeven op cartografische bronnen. De datering van beide greppels/grachten is dus nog onduidelijk waardoor het niet uit te sluiten valt dat deze vroeger op de tijdlijn geplaatst kunnen worden.
Een ander spoornummer werd gegeven aan een colluviale laag, rijk aan vondstmateriaal. Verder tekende zich in deze laag ook een kuilspoor af. Er werden in totaal 26 fragmenten vol middeleeuws handgevormd vroeg grijs aardewerk verzameld. Het kuilspoor wordt geïnterpreteerd als ontginningskuil. Uit dit spoor werden 3 stalen genomen. Hiernaast werd er verderop nog een kuilspoor met aardewerkenvondsten aangetroffen, waarschijnlijk met dezelfde functie.
Auteurs: Lommelen, Lies
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)