Verspreid over het opgravingsgebied van 109 vierkante meter, aangelegd over 1 werkput werden 23 sporen en losse vondsten geregistreerd, die allen kunnen geplaatst worden in de 20ste eeuw.
Het oudste geattesteerde spoor is een communicatiekabel die door de werfput loopt vanuit de oostelijke naar de westelijke putwand, onder de later aangelegde bunker. Deze kabel kan toegeschreven worden aan de eerste of eventueel tweede Wereldoorlog maar dit is niet meer te achterhalen.
De aangetroffen bunkerrestanten binnen het projectgebied maken deel uit van de Atlantikwal, meer bepaald van 'steunpunt (Stützpunkt) Boelcke'. Hoogstwaarschijnlijk gaat het om deel van de luchtafweeropstelling (FLaK-batterij) van het 252ste bataljon dat vanaf 1 februari 1943 verantwoordelijk was voor de haven van Oostende (Batterij 1 van Abteilung 252 sitgueerde zich tussen de Zeedijk, Dorpsstraat en Duinenstraat van mariakerke). Het beschikte wellicht over 88 mm kanonnen.
(bron: Philippart F. 2008: Atlantikwall. FlaK battery Stp Boelcke found at Mariakerke, WMF News 1 [online], http://users.telenet.be/WMF-home/WMF_2008_1.PDF en Philippart F. 2020: Bunkers van de Tweede Wereldoorlog in België: de Atlantikwall, Witsand Uitgevers, 235p.)
De vierkante bunker is overal op hetzelfde niveau afgebroken tot op de funderingen. Enkel noordelijk en westelijk is nog gedeeltelijk een muuropbouw bewaard. Van interne opbouw is énkel in de noordwesthoek een vierkante structuur bewaard met stevige fundering en bovenaan negatiefresten van bakstenen en houten planken. De vloer van de bunker is zeer zwaar gehavend en was al grotendeels uitgebroken.
De bunker was vanuit het zuidwesten via een communicatiekabel met noordelijke gelegen bunkers verbonden.
Vondsten binnen of rondom de bunker in situ zijn volledig afwezig.
Tegen de WO II bunker liggen op de 3 hoeken en tegen de westelijke zijwand een 4 vierkante gemetste structuren, mogelijk te interpreteren als bezinkputten.
De putten kunnen niet gedateerd worden op basis van de vulling, deze bestaat enkel uit bouwpuin. Ze lijken op basis van hun constructie in twee fasen te zijn gebouwd (oostelijk en westelijk). Op bepaalde plaatsen is de fundering van de bunker weggenomen voor de plaatsing wat erop wijst dat de bunker al niet meer functioneel was (dus na wereldoorlog II). Mogelijk kunnen ze deels gerelateerd worden aan de later aanwezige camping (t.p.q. 1979). Eén van de westelijke putten bevat nog een buis, vloer met bezinkputje en afgewerkte wanden in betonmortel.
In de bovenste afdekkingspakketten werden nog een aantal losse vondsten gedaan waaronder munitie en enkele naoorlogse gebruiksvoorwerpen.
Auteurs: Deconynck, Jasper; Demerre, Ine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Vierkante gemetste structuren, mogelijke bezinkputten, op vier plekken tegen de WO II bunker.
Beschrijving:
- Bunkerrestanten van een WO II - luchtafweeropstelling:
De funderingen van 5,5 op 5,5 m, bewapend beton.
De muren van ca. 24 cm breed, opnieuw bestaande uit beton versterkt met staalijzer en grote kiezelfragmenten
Vierkant verhoog in de noordwest hoek is zwaar gefundeerd, bovenaan afgewerkt met hout en baksteen. Deze laatste structuur is mogelijk van een kachel of broodoven.
De vloer is sterk gehavend en grotendeels uitgebroken.
- communicatie- of elektriciteitskabel (kabel met draden ophuld met teer) met uitgraafspoor, bedekt met bakstenen die de bunker verbond met noordelijke structuren.
Beschrijving:
Noordoost-zuidwest georiënteerd uitbraakspoor met nog resten van een kabel afkomstig uit één van beide wereldoorlogen, onder de later aangelegde WO II bunker.
Beschrijving:
Geen vondsten in situ binnen en rond de bunker. Losse vondsten uit het bovenste afdekkingsakket van de afgebroken bunker zijn zowel militair (munitie) als burgerlijke van aard:
- schoenfragment, plastic, glaswerk, drie batterijen, een drinktas, een bordfragment, fragment van een grote scheplepel (2de helft 19de en 2de helft 20ste eeuw)
- twee projectielen: Britse Mills handgranaat en Duitse steelhandgranaat