Tijdens het onderzoek werden 3 archeologische structuren herkend. Het ging om een poel, gracht en een waterkuil. Deze kunnen op basis van het vondstmateriaal en koolstofdateringen gedateerd worden in de late middeleeuwen.
Min of meer centraal in het projectgebied werd een poel aangesneden (maximale doorsnede van ca. 8,50 m en diepte van ca. 1,60 m onder het archeologisch vlak). Op basis van het vondstenmateriaal en een 14C- datering wordt vermoed dat de poel in de 13de eeuw werd uitgegraven, waarna een min of meer noord-zuid verlopende gracht werd aangelegd (breedte van ca. 1,50 tot 2 m en een diepte van ca. 0,50 tot 1 m). Na de vulling van de gracht (eind 14de eeuw) werd de poel heruitgegraven wat leidde tot een tweede opvullingslaag, die absoluut werd gedateerd in het begin van de 15de eeuw (1410-1450 AD – 95.4% waarschijnlijkheid). Vervolgens werd de poel volledig opgevuld waardoor deze op het archeologisch vlak de gracht oversnijd. In het zuidelijk deel van het projectgebied werd een waterkuil aangesneden (maximale doorsnede van ca. 4 à 4,50 m en een diepte van ca. 1,20 m onder het opgravingsvlak). Deze werd kan door middel van een 14C-analyse gedateerd worden tussen 1260-1380 AD (95.4% waarschijnlijkheid).
Auteurs: Moens, Jan
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)