Het onderzoeksgebied is gelegen op de top van een helling in Droog Haspengouw. Het is zeker al sinds de 18de eeuw in gebruik als akker. Ten westen en ten zuiden van het terrein bevindt zich het Grootbos. De ruime omgeving van het onderzoeksgebied was al gekend door talrijke vondstmeldingen, voornamelijk van Romeins materiaal. In 2013 werd een waarderingsonderzoek uitgevoerd naar aanleiding van een eventuele archeologische bescherming van het gebied, waarbij geconcludeerd werd dat een om een villadomein ging, waarvan het hoofdgebouw zich waarschijnlijk in het Grootbos moet hebben bevonden.
In totaal werden bij het archeologisch onderzoek op de site Herderen Hoogboschveld 22 sporen aangetroffen. Van sommige sporen is enkel nog de onderkant bewaard, de rest is weggeërodeerd of verploegd.
De vondsten van een kleine silexkling in een boomval, en van een afslag en een klingfragment in de bouwvoor wijzen op menselijke aanwezigheid in het gebied van in het neolithicum/mesolithicum.
Enkele fragmenten ijzertijdaardewerk die werden aangetroffen in een jonger spoor, wijzen ook op menselijke activiteit in deze periode. Ook dit werd eerder al vastgesteld in de omgeving.
Het merendeel van de aangetroffen sporen was met zekerheid Romeins. Elf van deze sporen dateren uit de tweede helft van de midden-Romeinse periode (150-275 na Chr.), twee ervan zijn nog nauwkeuriger in die periode te plaatsen, in de 3de eeuw na Chr. (tot 275 na Chr.). Het gaat om kuilen van variërende grootte en diepte, die kunnen geïnterpreteerd worden als afvalkuilen. Er werd voornamelijk bouwmateriaal in de meeste kuilen aangetroffen, puin van gebouwen die in de onmiddellijke omgeving moeten hebben gestaan. Het gaat vooral om fragmenten van tegulae en imbrices, waaronder vier tegula-fragmenten met CTEC-stempels. In één van de proefsleuven die bij het onderzoek in 2013 werden gegraven, iets ten westen van het huidige onderzoeksgebied, werden naast kuilen inderdaad ook paalkuilen van (twee?) houten gebouwen aangetroffen. In de zone die bij de toevalsvondst in 2024 werd onderzocht, waren geen gebouwen aanwezig. Het puin kan dus afkomstig zijn van de gebouwen die in 2013 in sleuf 1 werden aangesneden. Er werden bij het onderzoek in 2024 ook nog enkele Romeinse kuilen aangetroffen die doorsneden worden door de midden-Romeinse sporen, maar er is geen enkele aanwijzing dat deze nog pré-Flavisch (vóór 70 na Chr.) zouden kunnen zijn. Eén spoor bevatte laat-Romeinse vondsten (na 275 na Chr.). Dit sluit ook aan bij eerdere vaststellingen in de omgeving.
Auteurs: De Winter, Natasja; Anoniem; Skrabanja, Sid; Gurny, Yentl
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)