Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn 41 archeologisch relevante sporen geregistreerd. Het sporenbestand bestaat uit loopgraven, inslagkraters, greppeltjes, een kuil en een paalkuil. De sporen worden gedateerd in de middeleeuwen, nieuwe tijd en WO I-periode.
Auteurs: Anoniem; Vanherweghe, Fran
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
In de meest westelijke sleuf is een greppel aangetroffen met daarin twee wandscherven grijs gedraaid aardewerk te dateren in de middeleeuwen. De greppel is met een bleke zandlemige vulling met voornamelijk ijzer- en mangaanspikkels gevuld. Vermoedelijk deed dit spoor dienst als afwateringgreppel. De greppel is niet te linken aan bestaande perceelsgrenzen op 19e -eeuwse kaarten.
Beschrijving:
In totaal konden vier sporen niet met zekerheid gedateerd worden. Deze sporen omvatten twee greppeltjes, een paalkuil en een kuil. In de paalkuil werden talrijke glasfragmenten aangetroffen die eerder als recent te dateren zijn.
Beschrijving:
In de noordelijke helft van het onderzoeksgebied zijn twee greppels aangesneden die te dateren zijn in de nieuwe tijd. De vulling varieert van zeer humeus donker blauwgrijs met lichtgrijze vlekken tot lichtgrijs met donkergrijze brokken. Ook deze greppels kunnen niet in verband gebracht worden met perceelsgrenzen afgebeeld op 19de-eeuwse kaarten.
Beschrijving:
Binnen het plangebied betreft het twee gevechtsloopgraven, zij lopen van zuidwest naar noordoost, en een viertal verbindingsloopgraven, zijn hebben een noordwest-zuidoost oriëntatie. De loopgraven bestaan uit een donkergrijze, zandlemige vulling met variërende inclusies; voornamelijk granaatscherven en houtfragmenten.
Verder zijn er ook 28 inslagkraters geregistreerd. Deze kunnen algemeen beschreven worden als een cirkelvormig, donkergrijs spoor met voornamelijk granaatscherven, bomscherven en sporadisch houtfragmenten als inclusies.