De archeologische resten die aan het licht kwamen bij de toevalsvondst op de hoek van de Kasteelpleinstraat met de Britselei maakten deel uit van één structuur, namelijk de (in oorsprong) 16de-eeuwse Begijnenpoort en de 19de-eeuwse brug die er nadien aan toegevoegd werd met tegelijkertijd aanpassingswerken aan het poortgebouw. Er werden geen sporen aangetroffen van gebruik van het perceel voorafgaand aan deze bouwfase. Tijdens het onderzoek werden in totaal 31 sporen geregistreerd. Aangezien het enkel muurwerk en aangevulde grond (demping) betrof, werd niet gefocust op het inzamelen van mobiele archaeologicae. Er werden baksteen- en natuursteenstalen genomen van de verschillende structuren.
Het overgrote deel van de resten zijn het massief en het parament van de Begijnenpoort zelf. Deze werd in 1570 gebouwd als een nieuwe toegang tot de stad nadat, door de bouw van de citadel, het zuidelijke verloop van de Spaanse omwalling aangepast diende te worden. De Begijnenpoort had een bakstenen massief en een parament in natuursteen. Dit is te zien op de plannen uit de 19de eeuw en op een foto uit 1860 die net voor de afbraak gemaakt werd. Tijdens het archeologisch onderzoek kwam alles van deze poort beneden maaiveld aan het licht. Op het massief zelf waren verschillende aanpassingen waar te nemen, veroorzaakt door verbouwingen binnenin het poortgebouw.
In 1806, nadat het voorliggende ravelijn vervangen was door een lunet (Montebello), werd de poort voorzien van een vaste brug over de gracht. Deze brug verving een houten voorganger. De brug werd gedragen door vaste bakstenen pijlers met afgeronde hoeken in blauwe hardsteen. Op meerdere plekken is hier de letter D met dubbel beentje ingekapt, dit zijn plaatsingstekens. Het laatste deel van de brug was een ophaalbrug waardoor de eerste pijler een heel stuk breder was dan de andere pijlers. De herstellingen in het parament van het poortgebouw dateren ook uit deze periode. Tijdens het archeologisch onderzoek kwamen twee brugpijlers aan het licht: de eerste, bredere pijler en een tweede, gewone pijler. Op de eerste pijler was langs de noordelijke zijde een houten balk op natuurstenen steunen bewaard, deze behoort tot het mechanisme van de ophaalbrug.
Auteurs: Schryvers, Anne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)