Bij het uitgraven van een parkeerkelder werden op de bodem van de put een aantal brede en lineaire sporen zichtbaar. Uit de terreinevaluatie blijkt dat het om minstens drie parallelle grachten gaat (mogelijk vier), met een zeer humeuze tot venige vulling. De grachten liggen op een diepte van ca. 4,7m TAW en worden afgedekt door een pakket van 3 tot 4m duinzand. Door de aanwezigheid van damwanden kon het bodemprofiel niet bestudeerd worden, maar een klein restantje van het profiel in een grondstock suggereert dat het bijhorende maaiveld zich ongeveer 50cm tot 1m hoger bevond. Twee grachten (3m breed) werden gecoupeerd en reiken tot ongeveer 80cm diep.
Zowel de datering als de functie van de grachten is onduidelijk, er bleken geen archeologica aanwezig. Mogelijk zijn ze te koppelen aan agrarische activiteiten, zoals de inrichting van hooiland. De overstuiving dateert vermoedelijk uit de 17de eeuw. Onder de grachten bevond zich nog een vegetatiehorizont, die zich over het gehele terrein lijkt uit te strekken. Die vegetatiehorizont was bedekt met een kleine meter duinzand, waarin vervolgens de grachten waren uitgegraven. Op basis van deze verstuiving neigen we naar een middeleeuwse datering voor de grachten. Omdat er verder geen archeologische context is, is verder onderzoek weinig zinvol. De gemeentearcheoloog heeft een staal van de grachtvulling meegenomen.
Op de werf werd ook een Duits artillerieprojectiel uit WO 1 gevonden. Er zijn geen verdere data gekend over type of oriƫntatie. Het stuk werd ontmanteld door DOVO.
Auteurs: De Decker, Sam
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)