Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden 19 sporen geregistreerd, waarvan vier kuilen, acht greppelfragmenten, vier fragmenten van een poel en drie drainagebuizen. De sporen bevonden zich op een diepte van gemiddeld ca. 50 en 80 cm onder het maaiveld. De sporen werden verspreid over het volledige terrein aangetroffen en worden grotendeels in de late middeleeuwen tot nieuwste tijd gedateerd.
Bron: REYNS N. 2024: Nota Rumbeke (Roeselare) - Moorseelsesteenweg 188, Rapporten All-Archeo bv 2139, Bornem.
Auteurs: Reyns, Natasja
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
In het uiterste zuidoosten van het terrein is een greppel met een sterk uitgeloogde vulling aangetroffen. De greppel wordt oversneden door sporen uit de late middeleeuwen tot nieuwste tijd. Mogelijk mag de greppel net als de uitgeloogde kuilen in het noordwesten van het terrein ook in de late middeleeuwen tot de nieuwe tijd gedateerd worden, maar een oudere datering is evenmin uit te sluiten op dit moment.
In de zuidwestelijke hoek zijn drie greppelfragmenten aangesneden. De greppel kent een noordnoordwest-zuidzuidoost oriëntatie, een donkergrijze vulling en een gemiddelde breedte van ca. 1,5 m.
Beschrijving:
In het noordwesten van het terrein zijn drie kuilen aangetroffen. Eén spoor werd gecoupeerd, waaruit een verweerd wandfragment rood geglazuurd aardewerk aan het licht is gekomen. Dit spoor wordt op basis van deze vondst in de late middeleeuwen tot nieuwe tijd gedateerd.
In de noordelijke helft van het onderzoeksgebied bevinden zich vier greppels met een noord-zuidelijke oriëntatie, maar liggen niet in elkaars verlengde. Ze hebben een lichtgrijze vulling, waar baksteenspikkels aanwezig waren. Verder is er ook één greppel met een gelijkaardige lichtgrijze vulling, maar deze kent een oost-west oriëntatie met een gebogen verloop. Mogelijk behoren alle greppels tot een perceleringsgrid. Op basis van de aanwezigheid van baksteen wordt een datering in de late middeleeuwen tot nieuwe tijd vermoed.
In het oosten van het onderzoeksgebied is in meerdere proefsleuven de restant van een poel aangesneden. De poel heeft een donkere bruingrijze vulling en reikt tot ca. 1,12 m onder het maaiveldniveau. Onderaan is een pakket van ca. 28 cm dik dat overeenstemt met sedimentatie in de poel tijden het gebruik, daarbovenop bevindt zich een dempingslaag. Op basis van een randfragment van een teil in rood geglazuurd aardewerk is de poel gedateerd in de late middeleeuwen tot nieuwe tijd.
Beschrijving:
In het zuidoosten van het terrein is een donkergrijze kuil met een niet-uitgeloogde vulling en duidelijke aflijning aangetroffen. Op basis van deze kenmerken wordt het spoor gedateerd in de nieuwe tot nieuwste tijd.
De drie drainagesegmenten zijn door een donkere grijsbruine vulling, duidelijke aflijning en keramische buiselementen duidelijk in de nieuwe tot nieuwste tijd te dateren.