Op de vloedlijn is een lange houten wrakplank aangetroffen, mogelijk los geërodeerd uit de onmiddellijke omgeving. Rond en onder het wrakstuk zijn steenkoolbrokken, stukjes houtskool en houtsnippers aangetroffen en de dag voordien nog een vermoedelijke spant van een wrak die opnieuw is verdwenen. Mogelijk is deze zone meer onderhevig aan erosie en geulwerking dan de andere strandzones, waar het strand kunstmatig is opgehoogd. In het verleden vond men in de omgeving verder nog een houten lepel.
De houten wrakplank uit eikenhout (Quercus sp., nog te bevestigen) van 508 cm lang x 67 cm breed met houten pennen en pengaten. Beide uiteinden van het hout zijn nog origineel, niettegenstaande er ook schade is vastgesteld aan beide uiteinden (oude schade en nieuwe breuken). Het gaat om een wegering van een houten schip (een plank van de binnenzijde van het schip waartegen de spanten zaten en waar de lading van het schip op rustte).
De stam waaruit het hout is gehaald is van een boom die niet recht is gegroeid. Aan de ene zijde is de grein te zien waar het erg knoestig is en de plank is daar ook op zijn breedst. Dit is dus ter hoogte van onderzijde van de stam. Het andere uiteinde vertoont verschillende knoesten die wijzen op zijtakken. De stam was dus circa 5 m hoog. Onderaan is die misschien nog maximaal een paar decimeter langer en bovenaan lijkt de aanzet van de kruin te zijn. Dit wordt nog bevestigd door een dendrochronoloog.
Verwerking tot plank
De plank is over de ganse lengte gezaagd. Zaagsporen zijn niet zichtbaar maar de oppervlakte wijst wel duidelijk op deze techniek. Mogelijk is dit gebeurd op een grote zaagbok waarbij één persoon onderaan en één bovenaan stond. Dit is een techniek die men ook in de middeleeuwen kende en gebruikt werd voor lange planken. De plank zat op het hart van de boom want er is een lange barst centraal op de plank die het hart van het hout volgt. De barst is niet hersteld maar is hoogstwaarschijnlijk te linken aan het wrakproces waarbij de plank los kwam. De barst en ook de rest van de plank vertoont geen aanwijzingen van veel schelpen aangroei wat duidt op een ligging onder sediment voordat het op het strand aanspoelde.
Kenmerken van de plank
De precieze afmetingen en constructie-elementen worden nog opgemeten door Onroerend Erfgoed. Dit zijn de eerste bevindingen: De volledige breedte is bijna compleet. Aan één zijde is nog spint aanwezig terwijl het andere einde gekantrecht is.
Aan het einde met de onderzijde van de stam (67 cm breed, ca 3 cm dik) is een vierkante sponning aanwezig op de hoek van de plank (dus een open sponning). Deze meet ca. 15 x 15 cm. Tussen de barst in het midden van de plank en de sponning zitten twee spijkergaten op het hout. Aan weerszijden van de barst zitten ook twee pennen. Aan beide zijden van de barst is aan dit uiteinde het origineel einde van de plank te zien en aan de andere zijde een recent afgebroken einde. Dit afgebroken einde vertoont ook een half pengat waarlangs de plank is afgebroken. Het kan dus zijn dat de plank daar nog een paar centimeter langer was, maar dan is die op dat deel van het uiteinde van de plank langer dan waar het originele einde nog bewaard is. Het is zeker ook mogelijk dat er bij het boren van de gaten een fout is gemaakt, bijvoorbeeld als men vanaf de andere kant van de constructie doorheen meerdere stukken hout boort en men eindigt op de rand van de plank. De correcte penverbinding zit er een paar centimeter vanaf, dus dit is een aannemelijke theorie, die trouwens ook al meermaals op andere (scheeps)constructies is vastgesteld.
Het einde van de plank ter hoogte van de kruin heeft op een 10-15-tal centimeter nog een origineel einde terwijl de rest is afgebroken. De plank is er ook op zijn smalst en is er ook het dunst (45 cm breed, ca. 2,5 cm dik en vernauwend naar het uiteinde). Dit suggereert een las. Deze liplas is ca. 30 cm lang en loopt vermoedelijk vanaf de laatste paar pengaten tot aan de rand (nog na te kijken).
De plank vertoont om de ca. 40 cm penverbindingen. Er zijn twee tot drie penverbindingen aanwezig. Waar er drie pennen zijn kan het wijzen op een versteviging op die plaats in het schip, nabij zwaardere constructies als de mast bijvoorbeeld.
Aan één zijde waren nog geen afdrukken te zien van de ligging van de spanten, aan de andere zijde is dat wel het geval in de vorm van donkere en lichter gekleurde zones. Doorgaans zijn de donkere/zwarte zones die waar de pennen zitten en het niet afgesleten zijn, terwijl de lichter gekleurde meer slijtage bevatten. Dit is hier niet het geval: De zone van de pennen (en dus de spanten) zijn niet consequent zwart of lichter gekleurd. Op basis van de verkleuringen kan wel gesteld worden dat de spanten een breedte hadden van ca. 25 cm.
Auteurs: Demerre, Ine; Vermeersch, Jeroen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Vierkante balk van ca. 3m lengte en ca. 12 cm breed. Het stuk had een vierkante doorsnede, is recht met een kromming naar het einde toe.
Het gaat vermoedelijk om een spantbalk van een wrak. De waarneming beperkte zich tot een schets. De vondst kon niet worden gerecupereerd.
Beschrijving:
Op het strand van De Panne, vermoedelijk in de omgeving van de wrakbalk is enkele jaren voorheen een houten lepel teruggevonden.
De lepel is ca. 15 cm lang en heeft een te korte steel om te gebruiken bij bereidingen. Het lijkt te gaan om een 'paplepel'. Het gaat mogelijk om een lepel uit de 18de tot 1ste helft 20ste eeuw en kan gebruikt zijn op een schip. Er zijn nog geen vergelijkend materiaal gevonden.
Beschrijving:
Onder en rond de plank lagen nog hout- en steekoolresten die werden verzameld bij het recupereren van de houten wrakplank.
Beschrijving:
wegerplank