Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden vijf spoornummers toebedeeld aan greppels. Deze greppels werden op basis van de vulling alsook het vondstmateriaal gedateerd in de Nieuwe Tijd. Op basis van historisch kaartmateriaal gaat het hier waarschijnlijk over perceelsgreppels, aangezien ter hoogte van de greppels een perceelgrens wordt gekarteerd op de Atlas der Buurtwegen. De overige spoornummers betroffen verbrande vlekken die werden aangetroffen in de top van de (oude) ploeglaag. Eén van deze sporen bleken acht losse bakstenen te zijn. Op basis van het vondstmateriaal en de ligging konden deze sporen eveneens in de Nieuwe Tijd worden gedateerd. Bij het couperen is gebleken dat de aangetroffen sporen een (zeer) slechte bewaringstoestand kennen. De sporen waren vrij ondiep bewaard. Verder werden tijdens het proefsleuvenonderzoek grote hoeveelheden recente bodemverstoringen geregistreerd.
Auteurs: Cleda, Benedicte; Van Eyck, Bart
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Indar