Op het terrein is een landschappelijk booronderzoek uitgevoerd. De oude rivierbedding van de meander werd waargenomen in de vorm van een zandlaag. Door het sediment onder het recentere leem te onderzoeken en een vergelijking te maken met de resultaten van het geofysisch onderzoek werd een inschatting gemaakt van de oude meanderloop. Deze bevond zich ter hoogte van een perceelsgrens.

In zone 2 op perceel 455A werd de verwachtte Bommelschans niet aangetroffen. De resultaten van het geofysisch onderzoek die een aanwezigheid van grachtstructuren behorende tot de 17de-eeuwse schans deden vermoeden, waren visueel niet waar te nemen in het aangelegde vlak. Nergens werden antropogeen uitgegraven en opgevulde greppels en/of bewoningssporen aangetroffen. Of de Bommelschans op dit perceel gesitueerd was, kan na het gravend onderzoek niet bevestigd worden. De kans is nog steeds bestaande dat de schans hier aanwezig was maar geen sporen in de natuurlijke ondergrond heeft achtergelaten. Het is mogelijk dat sporen volledig in de teelaarde zijn opgenomen en vermengd, hoewel de
teelaarde eerder dun was (zo’n 35-45 cm). Tevens werden relatief weinig aardewerkvondsten gedaan in deze bouwvoor, noch werden metaalvondsten aangetroffen die met de schans gelinkt kunnen worden. Er zijn eveneens geen aanwijzingen gedaan voor de aanwezigheid van
een gevechtstafereel van de Slag bij Rijmenam (16de eeuw).