In het kader van de aanleg van een fietssnelweg langsheen de spoorlijn 60 in de gemeente Asse werd na een voorafgaand bureauonderzoek een archeologische opgraving in de vorm van een werfbegeleiding uitgevoerd. Het projectgebied werd hierbij opgedeeld in drie deelgebieden van in totaal ca. 19.471 m2. De werfbegeleiding/opgraving werd gefaseerd uitgevoerd. Deelgebieden 1 en 3 werden in een eerste fase opgegraven en deelgebied 2 volgt in een tweede fase.
De lengte van deelgebied 1 bedroeg 637 m en deze van deelgebied 800 m en de breedte van deze twee zones varieerde tussen de 4-5 à 10 m. De diepte van het grondplan situeerde zich op ca. 55 cm onder het ontworpen maaiveld.
Tijdens het onderzoek/werfbegeleiding werd er geen archeologische site aangetroffen tijdens de opgraving tussen Sleewagen en Voorstehoeve (deelgebied 1) en tussen Zittert en Kruiskouter (deelgebied 3). De enige sporen die werden aangesneden waren verstoringen ontstaan ten gevolge van het verwijderen van bomen en struiken. Op basis van de resultaten van de opgraving kan over het algemeen gesteld worden dat de oorspronkelijke bodem reeds sterk is aangetast door het afgraven van het terrein in functie van de aanleg van de spoorweg op het einde van de 19de eeuw en door het diepploegen van de grond tot nog recent in de 20ste eeuw.
Het vondstmateriaal dat werd aangetroffen (aardewerk en een merkloodje) is uitsluitend in de nieuwste tijd te dateren.
Auteurs: Moens, Jan
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)