Bij natuurherstelwerken in de Plaatsduinen werd een grote hoop betonpuin aangetroffen. Bij nadere inspectie bleek dat het om grote brokstukken ging van een bunker. Een deeltje van de bunker was nog intact aanwezig in de bodem; het ging hierbij om een lange buitenwand van 4m32 lang, 40cm dik en ongeveer één meter hoog, die gericht was naar het oosten. Op de wand waren sporen te zien van horizontale kofferplanken met wisselende breedte.
Aan de (westelijke) binnenzijde sloten op deze wand drie kamers of nissen aan; de noord- en zuidwand hiervan waren hadden eveneens een dikte van 40 cm en zijn ook buitenmuren, maar slechts over een afstand van ca. 1 meter bewaard. Er werden twee haakse binnenmuren aangebracht van 23 cm dik, waardoor de drie nissen gevormd werden. Van deze twee tussenmuren was de kopse kant bewaard - de tussenmuren waren elk 120cm diep. De noordelijke wand vertoonde verder aan de binnenzijde een opvallende horizontale en lineaire uitsparing.
Opvallend was de afwezigheid van een bodemplaat: de constructie was gebouwd in het zand. Doordat de bovenzijde was afgebroken (vele uitstekende betonijzers) is er geen zicht op de oorspronkelijke hoogte van de constructie.
Tussen de losse puinbrokken, waaronder een grote hoekconstructie in gewapend beton, bevonden zich ook meerdere gecementeerde zandzakjes (ca. 60 op 30 cm).
Historische bronnen geven aan dat deze bunker wellicht in WO I te plaatsen is. Het plangebied lag gedurende de hele oorlog ongeveer 4,5 km achter het front, in de geallieerde sector. Uit luchtfoto's blijkt dat in de Plaatsduinen een loopgravenstelsel werd aangelegd met alle toebehorende onderdelen (loopgraven, bunkers, schuilplaatsen, veldartillerie, prikkeldraadversperringen, ... ). Een centraal element is een smalspoorlijn, die het duingebied diagonaal doorsnijdt en de structuren met elkaar verbond. Van deze spoorweg werden geen sporen aangetroffen, maar de bunker bevindt zich in één van de zones langs de spoorweg, waar op luchtfoto's uit WO I constructies te zien zijn. Ook de wat onregelmatige constructiewijze en het materiaal (ruwe beton met grove kiezels) wijzen in de richting van WO I. De afwezigheid van een bodemplaat en de eerder bescheiden dikte van de wanden suggereren dat het om een schuilplaats of opslagplaats gaat.
Auteurs: De Decker, Sam
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)