Het proefsleuvenonderzoek leverde een tweeledig resultaat op. Enerzijds blijkt het uiterste noorden en het westelijke deel sterk verstoord te zijn door de aanwezigheid van de voormalige schoolgebouwen. Bijkomend werden in de onverstoorde stukken ook geen sporen aangetroffen.
Anderzijds werd een dense sporencluster aangetroffen in het oostelijke deel van het terrein. In totaal werden hier 25 sporen opgetekend die toebehoren aan de ijzertijd en middeleeuwse periode. In het sporenbestand zijn voornamelijk paalkuilen aanwezig die wijzen op bewoning, aangevuld met een tweetal waterhoudende structuren (grachten/greppels) die wijzen op erfindelingen. In dit deel van het terrein wordt bijgevolg een vrij dense meerperiodesite verwacht.
Auteurs: Bracke, Maarten
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Acke & Bracke bvba