Bij de veldkartering met metaaldetectie en de magnetometrie werden 236 vondsten uit WO II aangetroffen. Het betreft fragmenten van granaatscherven, drijfriemen, ontstekers, het staartstuk van een mortiergranaat, een lader van een MG15 machinegeweer en klein kaliber munitie (kogelhulzen). Daarnaast vond men een oord van Jan Theodoor van Beieren (1750).

Tijdens het proefsleuvenonderzoek registreerde men 38 paalkuilen, 5 kuilen waaronder 2 mogelijke waterputten, 61 greppelsegmenten en een loopgraaf. De 38 paalkuilen met een grijsbruine vulling concentreerden zich in het noordoosten van het terrein. Daar bevond zich eveneens een kleine loopgraaf of schuttersput (2 x 0,5m) met een geelgrijze, sterk gevlekte vulling. In deze loopgraaf vond men de lader van het MG15 machinegeweer en een glazen, donkerbruin flesje van Milton Pharmaceutical Company. De overige vondsten ingezameld tijdens het proefsleuvenonderzoek waren zes scherven grijs en rood aardewerk, daterend uit de late middeleeuwen / nieuwe tijd.