Uit het landschappelijk booronderzoek blijkt dat de bodem matig tot sterk verstoord is. In 2 boringen werd nog een restant van een BC-horizont bewaard, bij de andere 3 is deze volledig afwezig. De bodem is dus te sterk verstoord voor een mogelijke lithische artefactensite.

De grootste groep aan sporen uit het proefsleuvenonderzoek is van natuurlijke oorsprong (32). Verder zijn ook 14 greppelsegmenten vastgesteld. De greppels zijn NO-ZW georiënteerd parallel met de Weg naar de Grauwe steen. De greppels zijn ca. 50 cm breed tot ca. 15cm diep. Ze liggen ca. 3,8 tot 4,5m uit elkaar. ze kunnen gedateerd worden in de nieuwste tijd, mogelijk 20ste-eeuws, op basis van de ligging ten opzicht van de huidige weg, de scherpe aflijning, heterogene vulling en de functie van het plangebied als heide tot in de 20ste eeuw.

Er werden geen vondsten aangetroffen.