Het proefsleuvenonderzoek leverde in het oostelijk deelgebied 31 paalkuilen, 7 kuilen, 4 greppelsegmenten en lagen op. De paalkuilen hadden een grijsbruine tot grijze kleur. Bij enkele paalkuilen kon men het onderscheid maken tussen de kuil en een paalkern. Bij het couperen van paalkuil S1 trof men een lithisch artefact aan. Enkele kuilen hadden eveneens een grijsbruine tot grijze kleur. Deze werden toegeschreven aan de middeleeuwen. Andere kuilen hadden een gevlekte, lichtgrijze tot witte vulling. Deze werden toegeschreven aan het neolithicum. Eén van de lagen bevatte archeologische vondsten. Het gaat om een depressie of een vondstenlaag.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek werd er zowel handgevormd als gedraaid aardewerk ingezameld. Het handgevormd aardewerk dateert uit de prehistorie of de metaaltijden. Bij het overige aardewerk bevonden zich enkele fragmenten die mogelijk Romeins zijn. De rest van het aardewerk dateert uit de volle - late middeleeuwen. Het betreft onder andere Maaslands aardewerk, rood beschilderd aardewerk en fragmenten van kogelpotten. Voorts waren er 3 fragmenten van dakpannen (Romeins of middeleeuws).
Er werden tevens enkele lithische artefacten aangetroffen waarna men overging tot een waarderend archeologisch booronderzoek. Het betreft een sterk verbrand stuk Wommersomkwartsiet, een verbrand distaal fragment van een vuurstenen microkling en een forse vorstafslag met boordretouches rond de rand. Het booronderzoek leverde nog een chip uit Wommersomkwartsiet en fragmenten gedraaid aardewerk op.
Het westelijk deelgebied bleek verstoord te zijn.
Auteurs: Arts, Annick
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)