Op deze locatie is een meerperiodensite opgegraven, met vondsten van de steentijd tot en met WO II. Het oudste geregistreerde (natuurlijke) spoor is een laatglaciale paleodepressie, maar pas vanaf het holoceen vinden we de vroegste resten van menselijke aanwezigheid, namelijk silexvondsten uit het mesolithicum. De eerste nederzettingssporen dateren uit de middenbronstijd. En ook in latere periodes was er menselijke bewoning: de ijzertijd, de Romeinse tijd, en de vroege en volle middeleeuwen. Voor de jongere periodes zijn geen resten van bewoning gevonden, maar wel sporen van een agrarisch landschap in de nieuwe en nieuwste tijd, en militaire structuren uit WO II.
In het laatglaciaal was er open water, dat tegen de tweede helft van het 14de millennium BP begon dicht te groeien en rond 13.000 BP volledig opgevuld was. Uit deze periode zijn geen resten van menselijke aanwezigheid gevonden. Vanaf het holoceen zijn er wel indicatoren voor menselijke activiteiten, namelijk vuurstenen artefacten uit het vroeg-middenmesolithicum en laatmesolithicum.
De plattegronden van (minstens) 6 grotere gebouwen en 1 spieker dateren vermoedelijk uit de middenbronstijd.
Slechts 1 gebouwplattegrond dateert uit de vroege ijzertijd. Vanaf de late ijzertijd was er een meer intensieve bewoning. Meerdere hoofdgebouwen en een groot aantal bijgebouwen (ongeveer 30 in totaal) getuigen van deze nederzettingsfase, evenals waterputten en wegtracés.
De bewoning loopt door in de Romeinse tijd. In de overgangsfase waren er erven met hoofdgebouwen, bijgebouwen en waterputten aanwezig, evenals een wegtracé. Een rechthoekige greppelstructuur is als grafmonument en/of cultusplaats te interpreteren.
Er zijn hoofdgebouwen, bijgebouwen en waterputten gevonden van verschillende bewoningsfasen doorheen de hele Romeinse tijd, evenals brandrestengraven uit de vroeg-/midden-Romeinse tijd. De schaal van de nederzettingen veranderde. Aanvankelijk betrof het kleinere boerennederzettingen maar in de late 2de eeuw n. Chr. lijkt er een groter uitgebouwd erf te zijn geweest, met een centraal hoofdgebouw met potstal, en verschillende grote bijgebouwen. Daarna is er terug een overgang naar een kleinschaligere nederzetting. Tot de laat-Romeinse tijd behoren slechts twee hoofdgebouwen en een drenkpoel.
De vroegmiddeleeuwse bewoning was beperkt tot een omgracht hoofdgebouw en een waterput.
In de volle middeleeuwen werd de bewoning terug intensiever. Tijdens de opgraving zijn 20 plattegronden van hoofdgebouwen geregistreerd, sommige omgracht, evenals bijgebouwen en waterputten. Bijzonder boeiend zijn de meerlagige kuilen uit deze periode. Vermoedelijk waren het bewaarkuilen voor het inkuilen van voedsel.
Voor de recentere periodes zijn geen aanwijzingen voor bewoning. De geregistreerde sporen zijn overblijfselen van de inrichting van een agrarisch landschap: greppels, wegtracés en een poel.
De Tweede Wereldoorlog heeft zijn sporen nagelaten. Tijdens de opgraving kwamen bunkers, loopgraven, schuttersputten, bomkraters, vliegtuigonderdelen, en sporen van barakken, een vliegtuighangar en een spoortracé aan het licht.
Auteurs: Debruyne, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Verschillende plattegronden dateren vermoedelijk uit de middenbronstijd op basis van typologische kenmerken. Het betreft (minstens) 6 grotere gebouwen en 1 spieker. Voor 3 gebouwen zijn radiokoolstofanalyses uitgevoerd, waaruit gemengde resultaten kwamen.
Beschrijving:
1 hoofdgebouw is op basis van typologische kenmerken in de vroege ijzertijd gedateerd.
Beschrijving:
In het onderzoeksgebied bevond zich een laatglaciale paleodepressie met een begraven bodem. De depressie maakte deel uit van een laatglaciaal dekzandlandschap met een afwisseling van zandopduikingen en depressies. Uit het paleolandschappelijk onderzoek van het transect blijkt dat er open water was, dat tegen de tweede helft van het 14de millennium BP begon dicht te groeien en aan het einde van het laatglaciaal (ca. 13.000 BP) volledig opgevuld was.
Beschrijving:
- 2 hoofdgebouwen, via radiokoolstofanalyse gedateerd in de periode van het midden van de 3de eeuw n. Chr. tot het midden van de 5de eeuw n. Chr.
- 1 drenkpoel, met sporen van trampling
Beschrijving:
- Meerdere hoofdgebouwen (4 duidelijke) zijn op basis van typologische kenmerken, aardewerk en/of radiokoolstofanalyses in de late ijzertijd gedateerd. Eén van deze had wandgreppels. De 14C-dateringen gaven gemengde resultaten, die niet altijd aansloten bij de verwachte datering op basis van typologie en vondsten.
- In de zone met de late-ijzertijdgebouwen was een groot aantal bijgebouwen aanwezig, ca. 30 in totaal. Het betreft vier- en zespalige spiekers, en achtpalige structuren. Het was moeilijk om een sluitende datering te bepalen voor de bijgebouwen; mogelijk behoren ze tot verschillende fasen in de metaaltijden.
- 5 waterputten en -kuilen staan vermoedelijk in verband met de gebouwen uit de late ijzertijd. Eén daarvan bevatte losse houten planken. Twee andere bevatten de overblijfselen van een bekisting van hout en vlechtwerk. Eén waterput had een houten bekisting.
- Verschillende greppels zijn mogelijk te relateren aan de bewoning uit de late ijzertijd. Eén daarvan lijkt een erfafbakening te zijn. Vier parallelle grachten zijn mogelijk de overblijfselen van twee wegtracés, of van erfafbakeningen.
- Lineaire concentraties van karrensporen wijzen op de aanwezigheid van een wegtracé.
Beschrijving:
- 7 hoofdgebouwen dateren uit de overgang van de late ijzertijd naar de vroeg-Romeinse tijd. Ze zijn gedateerd op basis van vondsten en met behulp van radiokoolstofanalyses.
- 5 bijgebouwen dateren vermoedelijk uit dezelfde periode als de hoofdgebouwen.
- 3 waterputten zijn te plaatsen in de overgang van de late ijzertijd naar de vroeg-Romeinse tijd. De eerste had een bekisting gemaakt van een uitgeholde boomstam, in combinatie met planken. De tweede had een bekisting van houten staakjes met vlechtwerk. De derde had geen duidelijke bekisting maar bevatte wel losse planken, evenals een houten schop. De waterputten zijn gedateerd op basis van de aardewerkvondsten. Het dendrochronologisch onderzoek van de eerste twee waterputten leverde geen resultaat. Voor de derde waterput is een kapdatum na 19 v. Chr. vastgesteld.
- Enkele parallelle greppels zijn mogelijk gelijktijdig aan de hoofdgebouwen.
- Enkele greppelsegmenten vormen een rechthoekig grafmonument en/of cultusplaats uit de (late) ijzertijd of (vroeg- tot midden-)Romeinse tijd. De datering is gebaseerd op de morfologie van de structuur, gekende parallellen in de ruimere omgeving en aardewerkvondsten. Radiokoolstofanalyses leverden geen bruikbaar resultaat.
- Een wegtracé, gemarkeerd door parallelle greppels, is mogelijk gelijktijdig aan het grafmonument, of dateert alleszins uit een periode waarin het monument nog zichtbaar was, want de weg buigt eromheen.
Beschrijving:
24 kuilen hadden een opvallende gelaagdheid met drie duidelijk te onderscheiden lagen: onderaan een donker, organisch pakket, in het midden een pakket met (versmeten) moedermateriaal, en bovenaan een vrij homogeen zandig pakket. De grotere kuilen bevonden zich in de nabijheid van woonerven; de kleinere kuilen lagen eerder geïsoleerd. In het kader van een syntheseonderzoek is een selectie van deze kuilen diepgaander bestudeerd met behulp van de studie van pollen, diatomeeën en botanische macroresten, en micromorfologisch onderzoek. Daaruit blijkt dat de kuilen zijn gebruikt voor een activiteit waarbij geen water nodig was, mogelijk als bewaarkuil voor het inkuilen van voedsel.
Beschrijving:
- greppels die dienst deden als perceelsafbakening of voor afwatering; enkele zijn te relateren aan wegtracés
- verschillende wegtracés, aangegeven door karrensporen en/of greppels
- een poel
Beschrijving:
- 4 bunkerconstructies
- segmenten van loopgraven, sommige in zigzagpatroon
- kuilen
- schuttersputten
- uitbraaksporen van een vliegtuighangar
- resten van een vliegtuig
- sporen van een railtracé
- plattegronden van 5 barakken
- bomkraters
Beschrijving:
- 20 hoofdgebouwen, sommige binnen een omgrachting; in enkele paalsporen was het hout nog deels bewaard: één van deze is dendrochronologisch gedateerd in de vroege 11de eeuw
- 8 bijgebouwen, waarvan 1 hooimijt
- 2 waterputten waarvan de bekisting bestond uit een combinatie van houten planken en delen van een uitgeholde boomstam; op basis van dendrochronologisch onderzoek zijn de constructies te plaatsen vanaf de tweede helft van de 11de eeuw
- 1 waterput met een bekisting van houten planken; via dendrochronologisch onderzoek is voor 1 plank een kapdatum rond 1025 vastgesteld
- 9 waterkuilen, waarvan er 3 in verband stonden met een greppel
- kuilen
Beschrijving:
- minstens 16 hoofdgebouwen, waarvan 1 met potstal
- 5 bijgebouwen
- 2 zones met een grote hoeveelheid aan kleine paalsporen, waarin geen duidelijke structuren te herkennen zijn; mogelijk betreft het erfafbakeningen
- 3 waterputten met een bekisting van houten staakjes en vlechtwerk (in één van deze is een houten trog gevonden)
- 1 waterput met een rechthoekige bekisting van houten planken: dendrochronologisch onderzoek wijst op een datering in de late 1ste eeuw na Chr.; de variatie in de kapdata voor de verschillende stalen wijst op herbruik van hout
- 1 waterput met een vierkante bekisting van horizontale planken rond vier verticale hoekbalken
- 1 waterput waarvan de bekisting in 3 fasen is aangelegd: de onderste constructie bestond uit een vierkante structuur bestaande uit vier rechtopstaande houten hoekpalen, onderaan verbonden door middel van horizontale tussenbalken met daartegen horizontale planken; het lijkt niet om hergebruikt hout te gaan, maar hout dat speciaal voor deze constructie gemaakt is; dendrochronologisch onderzoek wijst op een datering in de tweede helft van de 2de eeuw na Chr.; daarop volgt een jongere herstellingsfase bestaande uit vlechtwerk; de derde en laatste fase bestaat uit een herstelling in de vorm van horizontale planken die door de vlechtwerkfase heen zijn gemonteerd
- 1 waterput/-kuil zonder duidelijke bekisting
- 2 waterkuilen
- 7 kuilen
- meerdere greppels
- 3 clusters van brandrestengraven, met in totaal 8 duidelijke brandrestengraven en enkele minder goed bewaarde
Beschrijving:
- 1 hoofdgebouw, omgeven door een greppel; op basis van radiokoolstofonderzoek lijkt een datering in de 5de-6de eeuw n. Chr. het meest waarschijnlijk, maar de resultaten van de analyses zijn niet eenduidig; in één van de paalsporen is een gepolijste bijl van silex gevonden
- 1 waterput met een vierkante tot rechthoekige bekisting van houten planken; dendrochronologisch onderzoek wijst op een datering in de tweede helft van de 8ste eeuw na Chr., met herbruik van ouder hout
Beschrijving:
In totaal kwamen 76 artefacten aan het licht, ingezameld uit de vulling van (jongere) archeologische sporen, uit windvalstructuren en als losse vlakvondsten. Er zijn geen gelijktijdige grondsporen gevonden. De artefacten waren allemaal van vuursteen, mogelijk zowel van lokale als van niet-lokale oorsprong. Qua typologie betreft het afslagen, afhakingen, (micro)klingen, een chip, kernen, pijlpunten, schrabbers, (fragmenten van) gepolijste bijlen en een mogelijke vuurslag. De artefacten dateren uit verschillende periodes. Er zijn vroeg-middenmesolithische en laatmesolithische componenten; de gepolijste stukken dateren mogelijk uit de bronstijd.