Tijdens het uitvoeren van het verkennend booronderzoek werd een lithisch artefact, een gepolijste stenen bijltje of dissel waargenomen.

Het artefact werd aangetroffen ‘op 2m van boring 44’. De coördinaten van dit boorpunt (Lambert 1972): X: 188246,80 Y: 174542,93.

Het object is 76 mm lang, 43 mm breed, en 24 mm dik. Sporen van ijzercorrosie op het object, en de aanwezigheid van onregelmatige groeven, doen vermoeden dat het post depositie door een ploeg beschadigd werd. De vondst van dit object staat in schril contrast met het gebrek aan steentijdvondsten in de zeefstalen. Gezien de ploegsporen en het aantreffen van het object bovenop de ploeglaag, is het goed mogelijk dat de oorspronkelijke plek van depositie in een perceel grenzend aan het onderzoeksgebied gezocht kan worden. Wegens de inherente erfgoedwaarde van het object, en het doel van het VBO met name de peiling naar de aanwezigheid van steentijdartefactensites, werd het object ingezameld.