waarneming

Kouterslag 2024

archeologisch element
ID
994184
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/994184

Beschrijving

Algemeen

Tijdens de archeologische opgraving aan de Kouterslag in Merendree (Deinze) werden in 17 werkputten in totaal 943 sporen aangetroffen. Na analyse bleken 741 sporen archeologisch relevant te zijn. Het betrof hoofdzakelijk kuilen, paalkuilen, 41 greppels, 10 waterputten en twee beerputten. Het zuidwestelijke deel van het terrein vertoonde opvallend minder sporen. Er werden meerdere clusters van paalkuilen ontdekt, waarvan enkele structuren konden worden herkend. De meeste dateren uit de Romeinse periode, met uitzondering van enkele loopgraven.

Romeinse periode

Een belangrijk resultaat van de opgraving is de blootlegging van een Romeinse weg in het noordoosten van het terrein, die reeds in 1995 en 2013 werd vastgesteld. Voor het eerst kon een langere zone van deze weg (ca. 70 meter) worden onderzocht. De weg volgt een zuidwest-noordoost oriëntatie en ligt op het hoogste punt van het vroegere landschap, geflankeerd door depressies. De ligging suggereert een mogelijke verbinding met de huidige Sint-Radegondekerk, die vermoedelijk op een oudere Romeinse structuur werd gebouwd.

Van de oorspronkelijke wegbedding bleven geen sporen zoals rijsporen of verhardingen bewaard. Dit wordt toegeschreven aan erosie, gezien de ligging op een hoog punt. In de greppels langs de weg werden wel hoge concentraties ijzerslakken aangetroffen, wat bevestigt dat deze materialen mogelijk voor de aanleg van het wegdek werden gebruikt, zoals ook in Grobbendonk werd vastgesteld.

Langs de Romeinse weg werden aan beide zijden drainagegreppels gevonden. De zuidelijke greppel toonde sporen van meerdere fasen: oorspronkelijk twee smalle greppels, later dichtgeslibd tot één bredere structuur van ca. 3 meter. De noordelijke greppel, eveneens ca. 3 meter breed, was slechter bewaard en werd op meerdere plaatsen verstoord door loopgraven en eerdere opgravingssleuven. Opvallend was hier de aanwezigheid van kleine paalkuilen aan de noordwestzijde.

Twee bijkomende greppels monden uit in de drainagegrachten van de weg. Eén bevatte veel aardewerk en was dwars op de weg georiënteerd.

Er werden tien waterputten aangetroffen, allen daterend uit de Romeinse Tijd. Acht ervan hadden een vierkante houten bekisting, één was een stenen put met houten onderbekisting en één was een boomstamput met houten bekisting boven en onder.

Het vondstenmateriaal was bijzonder rijk en divers. De meeste artefacten dateren uit de Romeinse Tijd (1ste–3de eeuw n.C.). Er werd een grote hoeveelheid aardewerk, metaal, bouwmateriaal, glas, hout, natuursteen, bot en silex teruggevonden. In totaal werden 509 metaalvondsten ingemeten via GPS.

Andere periodes

Daarnaast werden ook oudere (Steentijd) en jongere vondsten (Merovingisch, postmiddeleeuws, WO I en modern) geregistreerd, wat wijst op een langdurige menselijke aanwezigheid in het gebied.

Auteurs: Meylemans, Erwin
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Loopgraven

Datering: WO I
Typologie: loopgraven
Gebeurtenis:

Romeinse vicus

Datering: Midden-Romeinse tijd
Typologie: greppels, vici, waterputten, wegen
Materiaal: aardewerk, metaal
Thema: Romeinse vici, Romeinse wegen
Gebeurtenis:

Steentijd artefacten

Datering: steentijd
Materiaal: vuursteen
Gebeurtenis:

Vondsten merovingische periode

Datering: Merovingische periode
Gebeurtenis:

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Kouterslag 2024 [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/994184 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.