In de sonderingsputten buiten tegen de kasteelgevel zijn enkele archeologische sporen aan het licht gekomen.
Het betreffen voornamelijk houten structuren in verband te brengen met de fundering van het kasteel, bakstenen oppervlakken die kunnen beschouwd worden als werkniveaus en een cirkelvormige bakstenen structuur die toegeschreven wordt aan de fundering van een kunstmatig aangelegd siereilandje, ten laatste opgericht in het tweede kwart van de 19de eeuw.
De constructiemethode van de funderingen doet vermoeden dat deze gepaard gaat met een oudere, minstens 18de eeuwse, fase van het kasteel. Structuren en sporen waargenomen in de sonderingsputten die in de kelder werden gezet tonen aan dat oudere bouwfasen vermoedelijk nog aanwezig zijn onder het kasteel.
De vondsten aangetroffen in het slib en de resultaten van het landschappelijk booronderzoek tonen aan dat de vijver vermoedelijk in recentere perioden al werd gebaggerd, waardoor er geen oudere vondsten dan de 19de en 21ste eeuw werden aangetroffen.
Buiten het plangebied werd ter hoogte van de deponiezone een bakstenen structuur aangetroffen. De eerste bevindingen doen vermoeden dat deze toe te schrijven is aan een gebouwencomplex dat zich hier vanaf de tweede helft van de 18de eeuw situeerde en bestond uit een hovenierswoning met stallen en schuren en later bijgebouwde broeikassen of serres rondom een vroegere moestuin en boomgaard.
Auteurs: Meylemans, Erwin
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)