Naar aanleiding van een geplande aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd een archeologienota opgemaakt. Bij het proefsleuvenonderzoek werden bewoningssporen uit de (vroege-)ijzertijd en de volle middeleeuwen aangetroffen in het noordelijke en zuidwestelijke deel van het plangebied. Deze zones werden dan ook geselecteerd voor een verdere opgraving. Ze hadden een oppervlakte van ca. 850m2 en 1.675m2.
Het archeologisch onderzoek bracht sporen en vondsten aan het licht van een bewoningssite uit de vroege ijzertijd. Het gaat om diverse paalkuilen, waarvan enkele behoren tot een twaalfpalig bijgebouw, mogelijk een horreum of een grotere (graan-)opslagplaats, en mogelijk tot een vierpostenspieker. Daarnaast werden een kuil en een drietal greppels geattesteerd die wellicht eveneens tot de site gerekend kunnen worden. De sporen maken deel uit van een ruimere nederzetting uit de vroege ijzertijd waarvan ook bij opgravingen in 2018 aan het middenplein van de site Eke – Kouter en in 2020 aan de site Eke - De Lichterveldestraat reeds sporen werden aangetroffen.
Naast sporen uit de ijzertijd werd een houtskoolrijk spoor uit de midden Romeinse periode aangesneden. Het betreft een rechthoekige kuil met verbrand materiaal, mogelijk een houtskoolmeiler of een brandrestengraf.
Verder werd nog een volmiddeleeuwse gracht, die wellicht voor de indeling en afwatering van het terrein, dat in de middeleeuwen vermoedelijk dienstdeed als landbouwgrond, diende.
Tot slot werd nog een bomput uit de Eerste of Tweede Wereldoorlog gedocumenteerd.
Auteurs: Bracke, Maarten
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Acke & Bracke bvba