De opgraving bracht in totaal 17 archeologische sporen aan het licht.
7 kuilen behoren tot een Romeinse site. Deze sporen situeren zich voornamelijk in het noordwestelijke, hoger gelegen deel van de opgravingszone. Er werden geen gebouwplattegronden, waterputten, sporen van artisanale of funeraire aard onderscheiden. Mogelijk bevindt de huidige site zich aan de rand van een Romeinse nederzetting die verder ten noordwesten te situeren is.
Het vondstensemble bestaat uitsluitend uit aardewerk, andere vondstcategorieƫn werden niet aangetroffen, en is vrijwel uitsluitend afkomstig uit de kuilen uit de Romeinse periode. Het vondstmateriaal dateert de sporen (en de site) in de midden-Romeinse periode (50-200 n.Chr.). Het betreft typisch gebruiksaardewerk uit de Romeinse periode, door het lage aantal kan er evenwel niets afgeleid worden over de eventuele status, welvaart of gebruikspatronen van de bewoners.
In de rest van het terrein is een zeer lage sporendensiteit waarneembaar. Een perceelsgracht en enkele greppels kunnen aan perceelsgrenzen gekoppeld worden zoals die te zien zijn op de kaart van Ferraris (ca. 1777). Aan de overige sporen kan door het ontbreken van vondstmateriaal slechts een onbepaalde datering toegekend worden. De site kent binnen het plangebied een relatief slechte bewaring. Gezien de grote diepte van het archeologisch vlak, zijn enkel de diepste sporen en structuren nog archeologisch waarneembaar.
Auteurs: Wyns, Gwendy; Fonteyn, Paulien; Bracke, Maarten; Acke, Bert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Acke & Bracke bvba