Verkennend booronderzoek van een zone in het Sigma gebied Vlassenbroekpolder.
In deze zone bevindt zich een oost- west gerichte kronkelwaardrug, ondiep afgedekt door alluviale sedimenten. In het noorden grenst de rug aan een paleogeul van de Schelde.
De top van de rug bevindt zich op een hoogte tussen 2,0 en 2,8m TAW. Er werd geboord in een verspringend grid van 5 bij 6m. In totaal werden in deze zone zo 432 boringen bemonsterd. De diameter van de boorkop bedroeg 10cm.
Vuursteenartefacten zijn in minstens 17 boringen aangetroffen, in totaal 32 artefacten. De meerderheid hiervan waren schilfers. Daarnaast werden 4 microklingfragmenten aangetroffen, waaronder één zwaar verbrand, en toont zeer regelmatige ribben en boorden, wat zou kunnen wijzen op een laatmesolithische datering. Ee andere drie zijn eerder onregelmatige smalle exemplaren, wat zou kunnen wijzen op een oudere datering.
De spreiding van de positieve boorpunten is gespreid over de hele rug, en toont geen duidelijke clustering. Er is dus sprake van meerdere artefactenclusters aanwezig op de rug, en meer dan vermoedelijk afkomstig van diverse occupatieperiodes (palimpsest).
Naast vuursteen werd eveneens één aardewerkfragmentje aangetroffen. Het betreft handgevormd aardewerk, mogelijk toe te wijzen aan het finaalmesolithicum of neolithicum.
In diverse boringen werd eveneens verbrand bot aangetroffen, in drie boringen eveneens resten van hazelnootschelpen. In een vrij groot aantal boringen, gespreid over de top maar ook de lagere gedeelten van de rug, werden fragmenten houtskool gevonden.
Auteurs: Meylemans, Erwin
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)