Verkennend booronderzoek van een laatglaciale oost- west gerichte kronkelwaardrug, die ten noorden grenst aan een fossiele geul van de Schelde. Zone H is ongeveer in het midden gesitueerd van deze rug.
Er werd bemonsterd in een grid van 10 bij 6 meter, met een boorkop van 10cm. In totaal werden in deze zone 105 verkennende boringen geplaatst.
In 12 monsters werden vuursteenartefacten aangetroffen, samen goed voor 23 vondsten. 19 hiervan zijn schilfers (chips), daarnaast werden een afslag, twee microklingfragmenten, en een mogelijk microlietfragment gevonden. Op basis van de drie laatste wordt alvast een datering in het mesolithicum vooropgesteld, maar het is uiteraard goed mogelijk dat ook andere periodes, en meerdere occupatieperiodes, vertegenwoordigd zijn.
De positieve boringen zijn gespreid over de hele zone van de rug, met een schijnbare voorkeur voor het centrale hoogste gedeelte.
Twee boringen leverden fragmenten prehistorisch aardewerk op. Het gaat om handgevormd aardewerk, sterk verkruimeld, met een magering van schelp of bot, en kleine kiezelsteentjes. De wijze van verschraling wijst vermoedelijk op een finaalmesolithische/ vroegneolithische aanwezigheid.
In diverse boringen waren ook houtskoolfragmenten aanwezig, zonder een duidelijke clustering.
Auteurs: Meylemans, Erwin
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)