Uit het proefsleuvenonderzoek werd duidelijk dat binnen de grenzen van het plangebied een site aanwezig is met zowel bewoningssporen als sporen van een funeraire aard. Op basis van typologie en het ingezamelde vondstmateriaal kan een datering in de ijzertijd en/of Romeinse periode vooropgesteld worden. Het is bovendien niet uitgesloten dat de sporen toegeschreven kunnen worden aan meerdere fases. Tot de funeraire sporen behoren minstens 3 kringgreppels en een mogelijk brandrestengraf. De bewoningssporen komen over het volledige terrein voor, hoewel zich een concentratie lijkt af te tekenen in het westelijke deel.
Bijkomend werd in het centrale deel van het plangebied nog een oudere cultuurlaag waargenomen. Één spoor tekent zich hier meteen onder af, maar het is niet uitgesloten dat ook sporen aanwezig die reeds zichtbaar zijn in deze laag. In die sector kunnen bijgevolg twee archeologische niveaus aanwezig zijn, in de top van de Ap3 en de C-horizont.
Auteurs: Meylemans, Erwin
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)