Bij de opgraving werden zowel grondsporen als muurresten aangetroffen.
Er konden verschillende bouwfasen onderscheiden worden in de aangetroffen muur- en vloerresten, waarvan de oudste wellicht teruggaat tot de het einde van de volle middeleeuwen of het begin van de late middeleeuwen. Het gaat om een leemvloer en een muur. Ze kunnen mogelijk geassocieerd zijn met het pand “De Ooievaer”, gelegen achter het “gevang”, die voor het eerst in 1396 wordt vermeld. Het ging om twee hoofdgebouwen aan de straatzijde, in het zuiden van het terrein. Ook resten van een tuinmuur die de twee percelen in het noorden van elkaar afscheidde, zijn gevonden.
De oudste tuinaardelaag die werd aangesneden bij de opgraving is wellicht in de 15de-eeuw te dateren.
De sporen in de tuinzone, met name de kuilen, zijn minstens te plaatsen in de tweede helft van de 17de eeuw of in de 18de eeuw, maar er zijn ook oudere kuilen. Verder werden beerputten en waterputten aangetroffen.
De tot de volledige diepte opgegraven beerputten zijn ten vroegste te dateren in de 19de eeuw. De waterputten - op een recente betonnen exemplaar na - bevinden zich binnen het huidige gebouw en konden niet in de diepte onderzocht worden.
De twee oorspronkelijke panden werden in een volgende vastgestelde fase omgevormd tot één pand, dat de volledige breedte van het onderzoeksgebied inneemt. De twee panden lijken voor 1501 samengevoegd. Doordat de oudere vloeren die zijn aangetroffen binnen het gebouw grotendeels in situ bewaard blijven, kon er binnen het gebouw minder inzicht verworven worden in de bouwfasering en het gebruik van het gebouw. Resten, buiten de vastgestelde oudere vloeren, die duidelijk verband houden met de vrijmetselaarsloge zijn niet aangetroffen.
Verder is een deels onderkelderd achterhuis of een afzonderlijk huis toegankelijk via het Pelikaanstraatje aanwezig, dat vermoedelijk ten vroegste uit de late 17de eeuw dateert. Na 1824 worden er verbouwingen uitgevoerd aan het pand en dan meer specifiek (grotendeels) ter hoogte van de huidige tuinzone. In 1902 werd het huidige herenhuis opgericht, waarbij de muren op een oudere vloer zijn geplaatst. De kelder van de achterbouw werd opgegeven en er werd een cisterne gecreëerd tegen de achterzijde van het hoofdvolume. Ook werd een beerput aangelegd in de tuinzone.
Auteurs: Meylemans, Erwin
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)