Er werd een landschappelijk bodemonderzoek (8 boringen), verkennend archeologisch booronderzoek (33 boringen) en proefsleuvenonderzoek uitgevoerd.
Het landschappelijk bodemonderzoek wees op een overwegend goed bewaarde bodem. Het hieropvolgend archeologisch booronderzoek bevestigde dien, maar leverde geen artefacten op. Er werden vervolgens zes proefsleuven aangelegd, goed voor een oppervlakte van 347,98 m2. Dit is 8,61 % van de te onderzoeken zone. Door middel van een kijkvenster werd een oppervlakte opengelegd van 101,94 m2. Dit is 2,52 % van de te onderzoeken zone. Dit betekent dat 11,13 % van de te onderzoeken zone (4041 m2) onderzocht werd. In totaal werden 17 sporen geregistreerd, waarvan één greppel, twee natuurlijke sporen en 14 verstoringen. Er werden geen vondsten aangetroffen tijdens het onderzoek. De greppel dateert uit de late middeleeuwen tot de nieuwe tijd.
Auteurs: Cornelis, Lina
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)