erfgoedobject

Orgel parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw

bouwkundig element
ID
200220
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/200220

Juridische gevolgen

Beschrijving

Orgel gebouwd door Pieter Hubertus Anneessens in 1843.

Historiek

Op basis van een etiket in de ventielkast van de windlade werd dit orgel in 1843 gemaakt door Pieter Hubertus Anneesens (1810-1888) uit Ninove. Het was bedoeld voor de parochiekerk Sint-Pieter in Opwijk. In de eerste helft van de twintigste eeuw werd het orgel verbouwd door Leon Daem (1871-1941) die opgeleid was in het atelier van Anneessens. Kort na de Tweede Wereldoorlog (circa 1948) werd het orgel verplaatst naar de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Opwijk (Nijverseelstraat 48) door Johannes Klais Orgelbau (Bonn). Hierbij werd de typerende gedeelde opstelling van het orgel opgegeven en werden beide delen op ongelukkige wijze samengevoegd.

Het instrument is representatief voor het oeuvre van orgelbouwer Pieter Hubertus Anneessens (1810-1888). Anneessens bouwde tussen 1830 en 1884 een 35-tal nieuwe orgels. Het orgel van Mazenzele uit 1843 behoort tot zijn vroegste werken. Anneessens wordt beschouwd als een belangrijk figuur in de orgelgeschiedenis omdat hij de stichter was van een orgelbouwerfirma die voornamelijk onder leiding van zijn zoon Charles en zijn kleinzoon Jules zou uitgroeien tot één van de meest succesvolle van het land. Maar daarnaast geniet Pieter Hubertus Anneessens ook veel erkenning omwille van de hoogstaande, traditionele, ambachtelijke kwaliteit van zijn eigen instrumenten, met name die uit de periode 1830-1865. Dit zijn voornamelijk dorpsorgels van kleinere omvang die gemaakt zijn in een overgangsstijl (classicistisch met een eigen interpretatie van vroege romantiek in de disposities en de klank, waarin zowel traditionele als nieuwmodische registers voorkomen). De kasten van Anneessens zijn nog sterk geïnspireerd door rococo en classicisme.

Beschrijving

De orgelkast bestaat uit twee delen (waarvan één gedeelte loos) en is voorzien van ijzer- en koperbeslag. Het orgel is relatief klein aangezien het een éénmanualig instrument betreft met een aangehangen pedaal met 17 toetsen.

De dispositie volgens de registerplaatjes (Daem) is:

  • cornet 4r -
  • bourdon 8 prestant 4
  • flut 4 doublette 2
  • dolciana sup. 4 dulciana B. 4
  • -
  • salicional B.8 salicional sup.8
  • voix celeste B.8 voix celeste sup.8
  • Manuaalomvang : C-c’’’’ (origineel)
  • Pedaalomvang : C-e°(aangehangen kistpedaal)

De onderlijnende stemmen zijn van Daem, met zinken en grenen pijpwerk in de bas. Gezien het ontbreken van boringen in sommige originele roosters werden oorspronkelijk verschillende stemmen door Anneessens gereserveerd. De bassen van salicional en voix celeste zijn op een pneumatische lade achter de orgelkast geplaatst door Daem.

Oorspronkelijke, bewaarde elementen en kenmerken die bijdragen tot de erfgoedwaarde zijn:

  • het overgrote deel van het Anneessens-pijpwerk. Van Cornet IVst zijn het 4-voets- en 2 2/3-voetskoor bewaard, van beide overige koren de roosterboringen. Meerdere registers werden gereserveerd: Nazard 3v, Flûte douce 2v, Fourniture IIst en beide Tongwerken: Trompet 8v en Clairon 4v. De frontpijpen zijn beschilderd met aluminiumverf, de valse pijpen in het front zijn van grenen;
  • de in het front ingebouwde klaviatuur;
  • de windvoorziening door de oorspronkelijke eiken magazijnbalg met handpompbediening (twee pompen), en gewijzigde windkanalen;
  • de oorspronkelijke, nagenoeg ongewijzigde eiken sleeplade (windlade), oorspronkelijk met elf registers, geheel chromatische indeling (met uitzondering van het groot octaaf cf. prospect), gespijkerde stokken, ingelijmde kleppen en lederpulpeten;
  • een groot deel van de registertractuur en toetstractuur (mechanisch);
  • de oorspronkelijk kistpedaal met 17 toetsen.

Huidige elementen en kenmerken die niet bijdragen tot de erfgoedwaarde zijn:

  • de samenvoeging van de twee delen van de orgelkast die oorspronkelijk (in de parochiekerk Sint-Pieter) gedeeld opgesteld was (links en rechts naast het raam in de westgevel, met de fronten naar elkaar gericht. Het linker kastdeel was loos en diende als afscherming voor de ladder welke toegang gaf naar de toren; het rechterdeel bevatte het eigenlijke orgel);
  • het manuaal (Klais);
  • de ventilator;
  • in het pijpwerk de vervangende registers op de plaats van de Clairon 4v (Voix céleste 8v) en Trompet 8v (Salicional 8v).

Het orgel bevindt zich anno 2020 in een minder goede fysische toestand, mede als gevolg van de onoordeelkundige verplaatsing in 1948. Zo is het loze deel verzaagd in twee stukken. De achterwand is beschadigd en gedeeltelijk verdwenen. De beledering is doorprikt en de lederpulpeten zijn versleten (doorspraak).

  • Onroerend Erfgoed, Digitaal verplaatsingsdossier 4.001/23060/101.1, Orgel in Opwijk (VANDEWEGHE E. & LEMMENS M. 2020).
  • EECKELOO J. 1993: Pieter Hubertus Anneessens (1810-1888). Belgisch orgelbouwer, Verhandelingen van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België 55.56.
  • FAUCONNIER A. & ROOSE P. 1975: Het historisch orgel in Vlaanderen, deel II a Brabant – arr. Halle Vilvoorde, Brussel, 262-264.
  • FAUCONNIER A. & ROOSE P 1988: Pieter van Peteghem en zijn plaats in de Vlaamse orgelbouw van het rococo, Orgelkunst 11.2, s.p.
  • GRÉGOIR E.G.J. 1972: Historique de la facture et des facteurs d’orgue avec la Bibliographie Musicale, Amsterdam.
  • POTVLIEGHE G. 1981: Uitlopers van traditiegebonden orgelbouwstijl rond 1850 in Vlaanderen, Orgelkunst 4.2, 3-11.

Auteurs: Lemmens, Michel; Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Orgel parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/200220 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.