Sint-Jozefskliniek. Gebouwencomplex ten westen begrensd door de Ommegangstraat. Gegroeid uit de, in 1817, door Regina Vandaele gestichte "ziekendienst"; vanaf 1822 omgevormd tot het klooster van de zusters van Barmhartigheid of zusters van Liefde, die instaan voor de "ziekenzorg, verzorging van oude vrouwen en oude mannen".
1836: start van een weesschool, die na de Eerste Wereldoorlog omgevormd wordt tot een lagere school + kleuterschool, zogenaamd "school van de Engelbewaarder"; thans Sint-Tilloschool (Baron de Pélichystraat nummer 6).
1840-1843: bouw op de voormalige gronden van het grauwzustersklooster van een nieuw hospitaal voor vrouwen dat bij de afwerking door J. de Bruyne wordt geschonken aan de zusters. Ook het beheer van het in 1833 gestichte ouderlingentehuis aan de Gentsestraat (gesloopt in 1993), is nu in handen van de zusters (vanaf 1982 gevestigd in de Meensesteenweg). Tijdens de Tyfusepidemie (1845-1847) worden ook zieke mannen opgevangen en dit tot 1853, wanneer de mannenafdeling wordt overgebracht naar de Gentsestraat.
1852: ten westen van het hospitaal, uitbreiding met de zogenaamde "Stuyverskapel" (zogenaamd omdat er in de kapel regelmatig brood en stuivers aan de armen werden uitgedeeld); oorspronkelijk gebruikt als noodkerk tijdens de afbraak en nieuwbouw van de Sint-Tillokerk tussen 1852-1855, daarna kloosterkapel.
1897: uitbreiding met weesschool voor jongens. 1922: uitbreiding van het hospitaal met kliniek onder leiding van Dr. E. Vandeputte. Vanaf 1923 Sint-Jozefskliniek genaamd. 1932: bouw van een nieuw klooster. 1935: oprichting van de materniteit. 1954: fusie met de zusters van Maria van Ingelmunster. 1979: Afbraak van de oude hospitaalvleugel en de zogenaamde "Stuyverskapel" die plaats ruimen voor een nieuwe bouw van zeven bouwlagen.
Oudste behouden vleugel: ietwat achterin gelegen "klooster van Liefde" opgetrokken in 1932, naar ontwerp van B. Spriet-Lapeirre (Izegem) en aan de straat afgezet door laag bakstenen muurtje op arduinen plint. Bakstenen lijstgevel aansluitend bij de regionale baksteenarchitectuur; elf traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak; acht dakkapellen. Afwijkend van bouwplan door hoektravee oplopend in een gedrukte en gebogen topgevel tussen gestileerde schouderstukken; centrale muurnis met Mariabeeld. Enerzijds verticale gevelritmering door lisenen verbonden door middel van muizentandfries; anderzijds horizontaliserende muurbanden en kroonlijst. Rechthoekige vensters in de spaarnissen; deels vernieuwd houtwerk.
VANDROMME A., Izegem vroeger, beeld van een stad, Izegem, 1989, p. 122-123.
VANDROMME A., Het Klooster van Regina Vandaele, in Ten Mandere, nr. 106, 1996, p. 3-21.
Zusters van Maria 1769-1994, p. 40.
Bron: DE GUNSCH A., METDEPENNINGHEN C. & VANNESTE P. met medewerking van TANSENS A. 2001: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kantons Hooglede - Izegem - Lichtervelde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17n2, Brussel - Turnhout. Auteurs: De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; Vanneste, Pol Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)