Hoeve uit de wederopbouwperiode van de jaren 1920. Vier losse bestanddelen georganiseerd rond een begraasd erf. Toegankelijk via onverharde erfoprit gemarkeerd door twee erflindes en afgesloten door een hek in buisstaal.

De site wordt op het primitief kadasterplan (circa 1827) weergegeven met boomgaard ten zuiden en zuidoosten, op dat moment in bezit van landbouwer Francis Bogaert. Circa 1921 worden het tot "puinen" gereduceerde woonhuis en de twee landgebouwen op initiatief van advocaat Julien Verstraete-Vansieleghem uit Brugge (zelfde eigenaar als Mollestraat nummer 4) vervangen door vier nieuwe hoevegebouwen in losse constellatie rondom erf.
Ten noordwesten van het erf, boerenhuis met opkamer. Verankerde, rode baksteenbouw onder zadeldak (rode mechanische pannen). stalletje onder lessenaarsdak.

Ten noordoosten van het erf, geelbakstenen stalling onder zadeldak (rode mechanische pannen). Muuropeningen onder betonnen latei. Ten zuidwesten, dwarsschuur met aanleunende lagere stal. Verankerde, oranje baksteenbouw onder zadeldaken (rode mechanische pannen), aflijnende muizentandfries. Korfboogpoort met groengeschilderde strokenpoort. Licht getoogde deur- en vensteropeningen met bewaarde groengeschilderde stalramen en deur. Rechter zijgevel met beluikte laadopening. Ten zuiden lage aanbouw onder doorgetrokken dakschild.