Inventaris

Prindaal 37 (Ninove)
In de voortuin van een gesaneerd hoevetje staat een op traditionele wijze geschoren buxus. Het is een goed onderhouden boerentopiary in de vorm van een parasol, met een doormeter van 3,5 meter en scheerhoogte van 3,5 meter.

Sint-Sebastiaanstraat 1 (Olen)
Etagelinde bij herberg Sint-Sebastiaan. De boom gaf vermoedelijk schaduw aan de afgespannen paarden die hier vroeger stonden.

Broek (Oosterzele)
Op de zuid-westkant van een hoevetje en aan de overkant van de weg, staan drie gekandelaarde Hollandse linden. Ze zijn er geplant om het gebouw te beschermen tegen weer en wind. Linden werden voor deze toepassing gebruikt omdat ze een zéér dicht bladerdek hebben en ze bovendien ook konden gebruikt worden als leverancier van brand-, constructie-, geriefhout en loofvoedering.

Molenstraat (Oosterzele)
Naast de gekasseide oprit bij een voormalig boerenhuis staat een opgaande linde. Deze boom is aangeplant aan de westzijde van het gebouw en deed vermoedelijk dienst als schermboom tegen zon, wind en regen.

Oostkamp (Oostkamp)
Naast de Hoeve 't Leitje en tegenover een tweede hoeve die langs het St.-Trudoledeke zijn ingeplant, leidt een rechte dreef naar een blok akkerland in de Chartreuzemeers. Het betreft een onverharde dreef waar langs weerszijden recent een rij opgaande jonge eiken werd geplant.

Beernemsestraat 27 (Oostkamp)
De solitaire zomerlinde (Tilia platyphyllos) bevindt zich nabij de ingang van de hoeve de Grote Linde. De linde staat langs de Beernemsestraat te Oostkamp, op ongeveer 25 meter van de erftoegang tot de hoeve, waar hij de functie van welkomstboom vervult. Vlakbij staat een bakstenen kapelletje van 1946, dat eveneens de naam Grote Linde draagt.

Mansteen 125 (Opwijk)
Deze opgaande olm staat bij een toegangsweg tot een historische gesloten hoeve.

Geraardsbergenstraat 155 (Oudenaarde)
De huisweide op het erf Geraardsbergenstraat 155, werd afgeboord met een essenkaphaag. Een kaphaag is een lijnaanplanting van knotboompjes met een dicht plantverband die onderhouden wordt door ze periodiek te knotten. Dit leverde brandhout en geriefhout op, de haag werd tevens als erfafsluiting benut. Om te voorkomen dat de uitgezette beesten zouden ontsnappen werd de haag in een zéér dicht verband geplant en werden de gaten ingeboet en/of ingevlochten met takken, nu word hiervoor meestal een draadafsluiting gebruikt.

Meerhem 4 (Oudenaarde)
Een bomenpoortje van twee aan elkaar geënte linden. Het met elkaar verbinden van bomen wordt huwelijksenting genoemd. In de nis van het bomenboogje zijn sporen te zien van een kleine constructie.

Kester (Pajottegem)
Op het erf van het Reepinghens huizeken zijn nog waardevolle sporen van traditionele erfbeplantingen aanwezig. Aan de straatzijde van het vakwerkhuis staan twee op stam gezette meidoorns. Ze zijn uitgegroeid tot klein boompjes met stamomtrekken van 70 en 130 cm, een totale hoogte van 5,5 en 13 meter en een kruin met een doormeter van 5 en 7 meter. Deze traditionele beheersvorm was vooral bedoeld voor het aanmaken van rechte stammetjes, nuttig voor bepaalde toepassingen zoals gerief- of constructiehout.