Inventaris

Reynaertsstraat 20, 24-30 (Lint)
Arbeiderswoningen van circa 1900 met omheinde voortuintjes,. Vijf bewaarde dubbelhuisjes van drie traveeën en één bouwlaag onder zadeldak, per twee gekoppeld.

Schranshoevelaan 73-75 (Lint)
Oorspronkelijk omwaterde hoeve met losstaande bestanddelen, waarvan heden nog enkel het verbouwde woonstalhuis bewaard bleef.

Statiestraat 30 (Lint)
Neoclassicistisch burgerhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak, van circa 1910.

Statiestraat 39 (Lint)
Rijhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak, van 1911 zie mozaïekpaneel in boogveld.

Zevenhuizenstraat 35 (Lint)
Kleine hoeve uit de tweede helft van de 19de eeuw (?); klein woonhuis van drie traveeën en één bouwlaag onder zadeldak, en naastliggend langsschuurtje.

Zevenhuizenstraat 48 (Lint)
Kleine hoeve uit de tweede helft van de 19de eeuw, met langsschuurtje uit het eerste kwart van de 20ste eeuw aan noordzijde.

Zevenhuizenstraat 57 (Lint)
Oorspronkelijk langgestrekte hoeve (nok parallel aan de straat) met moestuin aan westzijde.

Sint-Truiden, Tongeren-Borgloon, Tongeren-Borgloon (Limburg), Linter, Zoutleeuw (Vlaams-Brabant)
Deze voormalige spoorlijn 23 loopt van Drieslinter naar Tongeren. Het eerste deel, tussen Drieslinter en Sint-Truiden, werd ingereden op 27 mei 1878. Het laatste deel, tussen Borgloon en Tongeren werd op 10 september 1879 geopend. De spoorlijn werd ook wel de fruitspoorlijn genoemd omdat er veel fruit langs vervoerd werd voor de stroopfabrieken. In 1957 werd het personenverkeer stopgezet. Vanaf 1958 tot 1980 werd de spoorweg definitief gesloten en werden de sporen opgebroken. Het grootste deel van de voormalige lijn 23 is nu aangelegd als fietspad.

Drieslinter (Linter)
De Hokstraat is een weg door de Getevallei, waarvan het deel aansluitend op de Grote Gete op een merkwaardige manier verhard is: niet met traditionele kasseien, maar met tegels in blauwe hardsteen, waarschijnlijk recuperatiemateriaal.

Neerlinter (Linter)
De Getestraat is een 350m lange kasseiweg in hoofdzakelijk porfier, occasioneel afgewisseld met strookjes Tiense kwartsiet. Voor 1886 kreeg dit tracé een verharding in kasseien, wat vrij vroeg is voor een buurtweg die naar een vallei leidde.